Een paar jaar geleden bezocht ik een congres dat ging over de vraag: Bestaat de Vrije Wil? Met Dick Swaab, Victor Lamme, Marc Slors en Daniel Dennet. Vier mensen met ieder een eigen definitie van ‘de vrije wil’, en het al dan niet bestaan ervan. Ik kende het verhaal van Dick Swaab al wel, maar van Viktor Lamme had ik nog niets gelezen en ik had hem ook nog nooit gehoord/gezien. Hij had een lekker flitsend betoog en liet aan de hand van verschillende onderzoeken en voorbeelden uit de reclame zien hoe makkelijk wij mensen ons laten beïnvloeden door allerhande niet rationele overwegingen. En ook groepsdruk kwam aan de orde.
Gedrag is besmettelijk
We doen automatisch wat anderen ook doen. Als iemand begint te gapen, grote kans dat meerdere gaan gapen (geldt ook voor huilen en wat dacht je van lachen?). Dit heeft te maken met neurotranismitters.
De reclame maakt hier dankbaar gebruik van. Een jonge vrouw die een mars afwikkelt en vervolgens genietend een hap neemt, slaan we op in ons brein. Op het moment dat we een mars zien liggen, is dat het beeld wat in ons brein wordt opgeroepen en wat doen we? We kopen die mars. Dus wie bestuurt ons gedrag eigenlijk?
Prachtig voorbeeld de Uggs, de Birkenstocks en die andere malle klompschoenen: lelijke dingen totdat een bekend iemand ze aan heeft op de catwalk en we massaal op pad gaan om ze te kopen.
Gedrag is besmettelijk. Gevaarlijk om dit te onderschatten. Interessant om zo naar gedrag in de klas te kijken. In een lastige klas zie je dit gebeuren. Er zijn kinderen die gedrag laten zien waarvan als je dit de ouders zou vertellen ze je met open mond aankijken en je niet geloven omdat hun kind dat niet doet.

Wie zit er achter het stuur?
We denken dat we ons gedrag kunnen besturen maar de vraag is of dit werkelijk zo is.
In Californië̈ kregen proefpersonen informatie over de schadelijke invloed van te veel zon, terwijl ze in de hersenscanner lagen. De boodschap was: Je moet je insmeren met zonnebrand. Doe je dat niet dan heb je een grote kans dat je kanker krijgt. Daarna werd gevraagd: zou je je nu vaker insmeren met zonnebrandcrème? Sommigen zeiden ja, anderen nee. Na 2 weken werden de proefpersonen gebeld met de vraag wat ze hadden gedaan. De intenties die ze hadden uitgesproken, bleken nauwelijks te kloppen met hun gedrag. Mensen die zeiden zich te gaan insmeren, deden het toch niet. Mensen die zeiden dat ze zich niet gingen insmeren, deden het wel. Wat mensen zeggen wat ze gaan doen voorspelt niet wat mensen gaan doen. De impact van de boodschappen die was gemeten met de hersenscanner, voorspelde echter wél vrij nauwkeurig wie zich zou insmeren en wie niet. Het brein had allang besloten wat het wel of niet zou gaan doen.
Ons brein bepaalt wat we doen
‘Ons brein bepaalt wat we doen’. Lamme zegt dat beslissingen veel eerder intuïtief worden genomen dan dat we via rationele overwegingen tot een besluit komen. Gedachten zijn doorgaans commentaren op onbewust genomen beslissingen, een kwebbeldoos, een irritant pratend mannetje dat denkt dat hij zelf alles aanstuurt en beslist.
Hij geeft nog een mooi voorbeeld. Ieder die wel eens een hotel geboekt heeft bij booking.com krijgt op een gegeven moment in beeld: er zijn 4 mensen die ook naar dit hotel kijken. Op het moment dat je dit leest ontstaat er een ‘dan wil ik hem ook’ gevoel. Als dan blijkt dat er nog maar 2 kamers beschikbaar zijn komt de angst dat we de kamer kunnen mislopen, want vier mensen kijken naar een kamer en er zijn er nog 2 beschikbaar. En zo worden er op allerlei knopje in je brein gedrukt waardoor je ‘verleid’ wordt beslissingen te nemen.
Ik vind het boeiend. Er zijn al heel veel experimenten gedaan om gedrag van mensen te begrijpen. Dat wat mensen zeggen dat ze gaan doen, is niet altijd wat ze werkelijk gaan doen. Nou ja eigenlijk weten we dat ook wel. Hoeveel goede voornemens zijn binnen veertien dagen al gesneuveld?

Inspiratie talks om medewerkers op te roepen ervoor te gaan, hebben weinig effect. Zodra je in je eigen klas bent ga je gewoon verder met waar we mee bezig waren. Dit geldt voor kinderen ook. Als kinderen gedrag laten zien wat we niet wenselijk vinden, voeren we gesprekken met hen, we leggen uit waarom wel en waarom niet, kinderen knikken vaak braaf ja of nee, en nog geen 5 minuten later zien we hetzelfde gedrag.
Om gedrag te veranderen moet je onder de waterspiegel zijn. Als je bijvoorbeeld de knop indrukt van het sociale brein heb je een veel grotere kans dat er iets verandert. Mensen imiteren elkaar van nature graag. Dus door het goede voorbeeld te laten zien, rolmodel te zijn, benoemen van gewenst gedrag, geef je kinderen (collega’s) de juiste prikkel.
Het brein is ook heel gevoel voor beloning. Wil je gedrag veranderen dan moet je vooral op de ‘beloningsknop’ drukken. Door kinderen te bevestigen en te belonen voor hun goede gedrag is de kans dat gedrag verandert veel groter.
Angst is een situatie die je vooral moet zien te vermijden. De functie van angst is dat je weg wilt van de prikkel die angst oplevert. Van klasgenoten die angstprikkels uitzenden, worden kinderen wantrouwend. Het is niet voor niets dat bij reorganisatie de interim puin moet ruimen alvorens een nieuwe directeur aangesteld wordt.
Wat doe jij om gedrag van kinderen te veranderen? Hoe help je kinderen om zich het gedrag echt eigen te maken, zodat het een routine wordt?
Fijne week!
Met verschillige groet,
Jelly