Misschien heb je er wel eens mee te maken gehad. Kinderen die het randje opzoeken. Ik was vroeger wel zo’n kind. Maar ik liet dat gedrag niet overal zien. Thuis zeker niet, maar wel bij sommige leerkrachten op school. Waarom? Geen idee. Ik vermoed dat het iets te maken had met autoriteit en geen relatie. Voor beide ben/was ik erg gevoelig.
Stel jij bent leerkracht en je wil graag positief in je werk staan. Je houdt van lesgeven en vindt het heerlijk dat jij het verschil kunt zijn voor kinderen. Maar soms ontmoet je leerlingen die je niet helemaal snapt. Ze gedragen zich niet op een manier die je fijn vindt. En elke keer als je jezelf hoort mopperen, raak je van binnen gefrustreerd. Dit is namelijk niet wie je wilt zijn. Als je niet oppast krijg je het gevoel dat je geen goede leerkracht bent.
Externe attributie
Om dat gevoel niet te hoeven voelen bedenken we meestal razendsnel een oplossing. Vaak zo snel dat we het zelf niet in de gaten hebben. We maken van een leerling een ‘vervelend’, ‘dwars’ of ‘brutaal’ kind (externe attributie). Het ligt niet aan ons dat het kind zich zo gedraagt, het ligt aan het kind, aan de opvoeding, aan de gezinssituatie etc.
Als Maar ja, alleen maar aardige juffen of meesters bestaan niet. Alleen maar aardige kinderen ook niet. Kinderen werken soms hard en soms ook niet, kinderen doen soms aardig en soms gemeen, kinderen zijn soms eerlijk en soms liegen ze (het zijn net mensen), kinderen zijn soms beleefd en soms brutaal. Maar meestal richten we ons op gewenst gedrag, dat draagt onze goedkeuring weg en raken we verstoord of geïrriteerd van niet gewenst gedrag en al helemaal van kinderen die het randje opzoeken. Die zijn vaak ongrijpbaar.
Aangepast gedrag
Sommige kinderen leren zich aangepast te gedragen. Als ze zich te veel aanpassen zetten ze zichzelf opzij en worden heel goed in het voldoen aan het beeld van de volwassene. (Sommige volwassenen hebben daar in het hier en nu nog steeds last van. Goedkeuring van de ander is dan belangrijker dan goed voor jezelf zorgen). Als je niet oppast leren kinderen vooral te voldoen aan wat anderen willen, en raken het contact met wat ze zelf willen helemaal kwijt.
Er zijn ook kinderen die zich verzetten om aan een bepaald beeld te moeten voldoen. Dit kan omdat ze bijvoorbeeld al snel door hebben dat ze niet aan dat beeld kunnen voldoen of omdat het beeld dat de ander heeft niet overeenkomt met wat ze eigenlijk in zich hebben.
Casus
Afgelopen week hadden we een mooie casus in de groepsapp van de licentie specialisten. Het betreft een bovenbouwgroep waar de startsituatie van de groep zeer onrustig was. Er werd/wordt gepest en een paar leerlingen zijn negatief en dominant aanwezig. Ze zoeken voortdurend contact met elkaar op een manier dat de rest van de groep er last van heeft. De groep distantieert zich steeds meer van dit groepje. Na een begeleidingstraject hebben we goed zicht op het onderwaterprogramma van de groep. Ouders zijn erbij betrokken en je merkt dat er een positieve beweging aan het ontstaan is. Er zijn kinderen uit dit groepje die andere keuzes gaan maken. Toch is de angel er nog niet helemaal uit.
Grenzen
De groep is zich bewust van wat er speelt. Ze willen het graag fijn hebben met elkaar maar er zit een dynamiek in waar 1 leerling steeds het randje opzoekt van wat wel en niet kan. Een deel in mij gaat richting sancties. Grenzen moeten duidelijk zijn, ouders moeten de keuze krijgen om mee te werken of anders…, misschien met gele kaarten werken en bij rood dan word je geschorst etc. Ik sla in mijn hoofd het pad in van disciplineren. Maar ja bij disciplineren wordt angst gebruikt als pressiemiddel en angst geeft nou niet de beste basis om vanuit te leren. En mogelijk kent de leerling dit al heel goed. Disciplineren gaat vooral over aanpassing en onderwerping en ik vermoed dat dit alleen maar meer weerstand en boosheid naar boven haalt. Geen goed idee dus.
Ik betrap mezelf op een parallel proces. Soms ben ik net een mens. Dit is precies wat de leerling ook doet. Hij gebruikt angst als middel om anderen bang te maken.
Vensters op de wereld
Dus gooi ik het over een andere boeg. Wat is de hulpvraag van deze leerling? Welke vraag stelt hij ons met zijn gedrag? Help mij kwetsbaar te mogen zijn? Help mij om mijn leiderschapskwaliteiten op een goede manier in te zetten? Help mij om respectvol te leren omgaan met anderen? Help mij om er te mogen zijn? Help mij om ….
Ik voel aan alle kanten iets als: “ik maak zelf wel uit wat ik wel of niet doe” of “bemoei je niet met mij”. Vanuit het venster op de wereld kijkt hij door de bril van Ik+,Jij-. Maar inmiddels kijkt de klas ook zo naar deze leerling en mogelijk de leerkrachten en wij als begeleider misschien ook wel? Een parallel proces. Interessant. Dus hoe dit weer terug te halen naar Ik+, Jij+.
Herstelrecht
En wat nou als we het combineren met herstelrecht. Moeten we met hem om de tafel gaan zitten en aan de slag met een non-contract en probleemoplossende sancties. Probleemoplossende sancties gaan in op de achterliggende behoefte en bevorderen het bereken van een gesteld leerdoel. Ik lees in het handboek Strategisch coachen van Maarten van Kouwenhoven een leuk voorbeeld: ‘meisje heeft veel behoefte aan aandacht. Ze begint in de klas dan te schreeuwen met als gevolg dat de docent ook harder gaat praten. Dan stelt de docent de volgende afspraak voor: ‘Iedere ochtend of middag dat je niet geschreeuwd hebt, krijgt je een kruisje. Als je 10 kruisjes hebt, verzinnen we iets leuks. Iedere keer dat je wel schreeuwt in de klas, lever je 5 kruisjes in. Je moet dit wel zelf bijhouden, dan kan ik me met lesgeven bezighouden’.
Gevolg: ze doen bijna iedere week iets leuks. Ook bij de andere docenten verdwijnt het storende gedrag omdat zij heeft leren denken en handelen vanuit het groene gebied (Ik+, Jij+) (bron: Maarten Kouwenhoven. Handboek strategisch coachen).
Ik heb nog geen pasklaar idee maar ik kan me zo voorstellen dat deze invalshoek meer gaat opleveren dan straffen. Heb jij een idee omtrent een probleemoplossende sanctie? Leuk als je het hieronder met me wil delen.
Fijne week!
Met hartelijke groet,
Jelly
Dag Jelly, jij zet precies op papier wat ik wel in mijn hoofd heb maar zelf niet goed kan verwoorden. Jouw aanpak van situaties en leerlingen sluiten nauw aan bij mijn manier van denken en handelen. tegelijkertijd ervaar ik dat het veel tijd en energie kost om tot een resultaat te komen. Met als gevolg dat we op school toch nog te vaak neigen naar ‘straffen’…
Ik zou je graag een casus willen voorleggen waar mijn collega’s van het eerste leerjaar zich geen raad mee weten. Er is dit jaar een jongetje bijgekomen die erg jaloers reageert. Hij wordt zeer boos als de juf aandacht schenkt aan andere kinderen, maar ook naar andere kinderen kan hij erg jaloers zijn. Hij wordt dan heel boos en roept en gooit met dingen door de klas. Praten met hem lukt zeer moeilijk want hij vindt niet dat hij fout zit (=ik zone). Ook de leerkrachten staan op dit moment niet meer open voor suggesties, ze zien enkel nog maar het negatieve en de slechte klassfeer…
Hoi Ann, dank je wel! Fijn om te lezen. Ja hier lees ik de onmacht van alle partijen. En een rolklem bij de leerling. Het start wat mij betreft bij de leerkrachten. Kunnen ze het gedrag los koppelen van het jochie. Hoe oud is hij? Het helpt soms om ze contact te laten maken met hun eigen gevoelens van jalouzie. Gewoon om te erkennen dat dit gevoel iets is wat we allemaal kennen. En ja dat hij het in hele sterke mate heeft, maar dat vanuit die herkenning ook de verbinding gemaakt kan worden. Ik zal er een blog over schrijven omdat het verschillende lagen heeft om hier zo even op te reageren. Dank je wel! groet Jelly.