Soms zijn er groepen die een historie hebben van een sociale gezellig groep. Gaan leuk met elkaar om, veel vriendschappen, hebben echt iets voor elkaar over. En  dan ineens komen er geluiden waaruit blijkt dat kinderen het niet meer fijn met elkaar hebben. Soms kan dit zichtbaar worden als een leerling de groep verlaat en vooral als hij of zij een hele positieve invloed had in die groep. 

Wat gebeurt er waardoor een sociale, gezellige groep verandert in een onveilige groep waar kinderen op hun hoede zijn, waar gepest wordt, waar venijn een rol is gaan spelen. Soms kunnen er zelfs twee kampen ontstaan waar het er onderling niet fijn aan toe gaat. Wanneer je dit herkent, kan ik me heel goed voorstellen dat je je afvraagt hoe dit kan.

Wat zijn de veranderingen die zich hebben voorgedaan in deze groep. Denk bijvoorbeeld aan:

1. leerling die de klas heeft verlaten

2. leerling die langdurig ziek is geweest

3. wisseling van leerkrachten

4. leerkrachtstijl

5. conflicten die niet opgelost zijn 

6. veel invalleerkrachten

7. etc. 

Door dit in kaart te brengen krijg je mogelijk aanwijzingen voor dingen die mogelijk al een tijdje spelen maar die zo voor het oog onder de rader zijn gebleven.

Stoer en Stiekemmeidenvenijn

Een groep die om verschillende redenen tijdelijk uit balans is kan ineens sneaky dingen laten zien. Echt een teken dat er iets ontregeld is. Doordat leerlingen vertrekken of andere keuzes maken of er veranderd iets in het leiderschap, kan eigenlijk de hele dynamiek (lees sociale veiligheid) van een groep op z’n gat komen te liggen.

Een positief leider gevraagd 

Als een positieve leider de groep verlaat zou je kunnen zeggen dat de ‘functie’ van positieve leider is vrijgevallen en normaal gesproken zouden we bij een ‘vacature’ een procedure gaan starten naar een nieuwe nieuwe positieve leider. Maar ja zo werkt het natuurlijk niet in groepen. Op onbewust niveau gebeurt dit echter wel want doordat de informele leider wegvalt, valt ook de bestaande hiërarchie weg. Dus voor de groep ontstaat er een onzekere tijd: Wie krijgt deze plek of wie neemt deze plek en wie gaan strijden om deze plek. Dat doen kinderen overigens niet bewust, maar dit gebeurt gewoon. Dat zijn oerwetten die het voortbestaan van de groep waarborgen.

Binding 

De eerste oerwet gaat over binding. Dit gaat over de vraag wie hoort bij wie en wie niet. In het voortbestaan van de groep is dat een belangrijk issue. Als een leerling de klas verlaat verandert er ook iets in de vraag wie hoort bij wie, want als dit mijn vriend was, hoe sta ik er dan nu voor? Wie is nog mijn vriend? Dus bij wie hoor ik nu? 

Ordening 

Bij ordening, de tweede oerwet, gaat het over ranking, over de pikorde. Deze wordt bepaald door strijd. Soms een stevige strijd, soms een onopvallende strijd, maar hoe dan ook komt er een ordening in de groep. En als ieder zijn plek heeft ontstaat er rust. Gebeurt dat niet dan blijft het onrustig. Je herkent dit misschien ook wel wanneer er een nieuwe leerling de klas in komt, zeker wanneer dit een temperamentvolle, stevige leerling is. Ook dan wordt de ordening helemaal opnieuw door elkaar heen gegooid. 

Systemische oerwetten

Hier staan we vaak niet bij stil, we nemen afscheid en we gaan weer over tot de orde van de dag. Maar groepsdynamisch gaat dat niet. De boel is ontregeld en zeker wanneer de positieve leider de groep verlaat dan is er even geen informeel leider meer en dat betekent sociaal gezien een onveilige situatie. We vallen terug in het voeren van strijd en afhankelijk van wie daar uitkomt herstelt de rust of blijft het onrustig. En als het zich negatief ontwikkeld zie je allerlei thema’s ontstaan: bemoeien met elkaar, sterk reageren op elkaar, groepsdruk, dominant gedrag versus aangepast gedrag etc. 

Het onbewuste bewust makenKlasse(n)Pad thema's

De kracht van de interventie zal dus vooral gaan over:

  1. Bewust maken van wat er zich onbewust afspeelt
  2. Bewust worden wat we als groep eigenlijk met elkaar willen 
  3. Met elkaar ontdekken hoe dat eruitziet, en 
  4. Hier als leerkracht heel bewust regie op voeren

En daar is Klasse(n)Pad dan weer een hele mooie concrete en ondersteunende tool bij. Als ik zie hoe we die nu in de begeleiding van moeilijke groepen inzetten en hoe we daarmee leerkrachten echt een duurzame tool bieden voor het begeleiden van dit soort onbewuste processen, dan ben ik daar ongelooflijk trots op.

Door eerst aan de slag te gaan met het opnieuw neerleggen van de basis, de bedding van waaruit de kinderen elkaar vanuit respect ontmoeten en daarna heel bewust aan de slag te gaan met het Thema dat speelt in een groep kun je een groep echt helpen om het onbewuste bewust te maken. Als leerkracht ben je facilitator, jij begeleidt het proces. Je hoeft niets te fixen, dat is er nou juist zo mooi aan. Je kunt het ook niet fixen want dat is per definitie boven de waterspiegel. Dit gaat over bewustwording. Wat gebeurt er eigenlijk, wat doe ik eigenlijk en wil ik dat wel. Waar ben ik bang voor. En vervolgens waar wil ik, waar willen wij naar toe bewegen.  Wat is het toch een mooie vak ☺.

Meer weten over Klasse(n)Pad? Klik hier>>

Met een verschillige groet,
Jelly

bron: De wetten van de stam. De oerweten van het system en de consequenties voor individu, groep en organisatie. Piet Weisfelt.