Vorige week kreeg ik een telefoontje van een directeur. In groep 4 bleek dat de helft van de klas zich niet veilig voelt in de klas. Er waren zelfs al ouders die hun kind van school hadden gehaald en andere ouders overwogen het.

Het jaar ervoor waren er veel problemen geweest in de groep, mede door ziekte en veel wisselende invalleerkrachten. Dit was de reden dat de leerkrachten vanaf de start van het nieuwe schooljaar veel werk verzet hadden en veel energie gestopt hadden in het groepsvormingsproces. De leerkrachten hadden de indruk dat het eigenlijk wel lekker liep in de groep. Er was rust in de groep en er werd ook goed gewerkt.

De schrik was des te groter toen ouders hun onvrede uitten en duidelijk maakten dat een aantal kinderen liever niet naar school willen, hoofdpijn hebben buikpijn hebben en thuis last hebben van boze buien. Toen de leerkracht de thermometer afnam zagen ze op papier wat ouders hun vertelden. Wat is er aan de hand? Waarom voelen deze kinderen zich zo onveilig?

Het onderwaterprogramma van een groep

Herken je dit? Dat je denkt “het gaat lekker in de klas” en dat je opgeschrikt wordt door berichten van ouders die je zijn ontgaan. Dan word je geconfronteerd met het ‘onderwaterprogramma’ van je groep. Neem de metafoor van de ijsberg. Het gedrag dat voor ons ons zichtbaar is, is het gedrag boven de waterspiegel. Het is hetgeen we kunnen waarnemen als we observeren, wat we kunnen zien en horen. Hetgeen zich afspeelt onder de waterspiegel is niet direct zichtbaar. Dat is de plek van onze meningen, gevoelens, opvattingen, oordelen etc. Daar moet je moeite voor doen. En je moet weten waar je naar moet kijken.

voelen kinderen zich veilig in jouw klas

Weet jij waar je naar moet kijken?

Zo bestaan er in elke groep regels die bepalen welk gedrag goed of fout, beleefd of onbeleefd, toegestaan of verboden, gewenst of ongewenst is. Als deze regels samenvallen met de formele regels (zoals jij ze samen met de kinderen hebt vormgegeven) is er niet veel aan de hand. Maar als de informele regels afwijken van de formele regels geeft dit een gevoel van onveiligheid. Dan heb je te maken met onuitgesproken gedragsregels, de groepsnormen. 

Deze groepsnormen hebben een belangrijke invloed op het pedagogische klimaat in de klas, de manier waarop er met elkaar wordt omgegaan. Dit bepaalt de sfeer. Aan de ene kant zorgen normen voor een zekere stabiliteit en voorspelbaarheid van interacties. Aan de andere kant kunnen normen de gedragsvrijheid beperken. En dan gaan ze werken als een keurslijf. Dan voel je je niet meer vrij om te doen of te zeggen wat je wilt. Dan zit de rem erop.

Een lastige situatie

Dit is voor een school een lastige situatie. Ouders zoeken naar een oorzaak en als we niet oppassen hebben we één of meer zondebokken. Ouders vinden bijvoorbeeld dat bepaalde kinderen er de oorzaak van zijn dat hun kind zich niet veilig voelen in de klas. Vaak gesteund door andere ouders vinden ze dan dat leerling X of Y niet op school hoort en dat deze leerling weg moet. En voor we het weten is er een proces van uitsluiting begonnen.

Je snapt dat ik dat proces niet aanmoedig. Omdat de kans groot is dat deze kinderen op een andere school ook weer situaties tegenkomen waar ze last van hebben en zich onveilig kunnen voelen. Ik wil het liefst eerst weten wat er aan de hand is, hoe het komt dat kinderen zich niet veilig voelen. Want er zijn ook kinderen die nergens last van hebben. Hoe komt dat? Waar zitten de verschillen? Worden sommige kinderen echt lastiggevallen? Of zijn ze vooral bang omdat er kinderen zijn die onvoorspelbaar gedrag kunnen laten zien? Zijn het ‘kwetsbare’ kinderen die niet weerbaar zijn? Zijn het ‘hoog sensitieve’ kinderen die alle prikkels opvangen en zich niet kunnen beschermen tegen alles wat erbinnen komt? Zijn het de ervaringen van vorig jaar die ondanks dat het nu veranderd is, in hun beleving nog realiteit zijn? Zijn het…

voelen kinderen zich veilig in jouw klas

Wat kun je doen?

Om te voorkomen dat je niet in de gaten hebt dat er en onderwaterprogramma in jouw klas actief is, raad ik je aan om regelmatig even te temperaturen. Dat kan op verschillende manieren: 

  1. Neem de thermometer af. Zorg dat je weet hoe jouw leerlingen de sfeer in de klas, de relatie met jou/jullie als leerkracht en de relatie met andere kinderen beven.
  2. Neem het Sociogram af. Dit geeft je een beeld van de onderlinge relaties in jouw groep. Maak er een analyse van zodat je weet hoe de groep informeel georganiseerd is
  3. Laat de interne begeleider gesprekjes voeren met de kinderen. (zie ook blz. 202 in mijn boek Klasse(n)Kracht met RESPECT voor de klas).  Zij is geen onderdeel van het systeem. Zij kan frank en vrij vragen stellen om erachter te komen waar het gevoel van onveiligheid door veroorzaakt wordt.
  4. Observeer!!! Vraag een collega eens om jouw klas over te nemen en ga dan zelf eens achter in de klas zitten. Wat zie je? Doe dit ook op het plein? Wat zie je? Wat valt je op? En tijdens de gym? Vergeet de kleedkamer niet!
  5. Wat is de hulpvraag van de groep? Wat is de hulpvraag van (sommige) kinderen? Waar moet je regie op voeren? Welke groepsvormingsactiviteiten zijn nodig? Waar moet je de kinderen bij helpen om hun volgende stap in hun sociale ontwikkeling te kunnen maken.
  6. Organiseer een Ouderavond. Ga met ouders in gesprek. Deel de zorgen die je hebt. Hoor hun zorgen aan. Inventariseer. En vertel wat jullie gaan doen om de veiligheid in de groep te realiseren.

Kortom: voer regie! Stel je missie van de groep centraal en voer hier regie op.

 

Zorg dat je het Verschil maakt!

 

met een verschillige groet,
Jelly

Wat is jouw belangrijkste inzicht of vraag als je nadenkt over het onderwaterprogramma van een groep? Deel het met mij in het reactieveld hieronder.