“Je moet RECHTS fietsen!”

“Maar IK WIL LINKS!! ”, brult een jongetje.

“Je moet RECHTS fietsen, dat is de AFSPRAAK als je wilt fietsen!”

Met een brede glimlach pak ik mijn schrift en schrijf deze korte dialoog op. Prachtig. Aan de ene kant een kleuter die zich bewust aan het worden is van zijn eigen identiteit en zelf dingen kan en vindt dat hij dat moet beschermen. En aan de andere kant de opvoeder die het kind meeneemt in de waarden en normen die we met elkaar afgesproken hebben.

Storming- of conflictfase

De groepsmissie is gemaakt, de afspraken en de regels zijn gemaakt, waarschijnlijk heb je de eerste T-kaarten al hangen en ben je al lekker regie aan het voeren op gedrag. Ik vermoed dat het al lekker aan het stormen is in de klas. Klasgenoten zijn (onbewust) druk in de weer met de vraag: ‘hoe hoor ik erbij’, ‘hoe kan ik indruk maken op mijn klasgenoten’, ‘hoe kan ik invloed hebben’, en jij als leerkracht bent bezig om de waarden en normen van de school/klas uit te dragen om ervoor te zorgen dat er een goed leer- en leefklimaat in de klas ontstaat. 

Kan soms best wel een klus zijn. Want erbij willen horen, onderdeel willen uitmaken van de groep is van levensbelang. Vele malen belangrijker voor veel kinderen dan een instructie volgen. 

Enerzijds heb je de uitdaging: hoe begrens je de leerlingen en anderzijds hoe gaan leerlingen zich committeren aan de afspraken. Oftewel hoe leer je leerlingen regie te voeren op positief lidmaatschap van de groep.

Van onprettig naar onwettig

onprettig naar onwettigEen mooie manier is om heel bewust stil te staan bij gedrag. Als eerste is het belangrijk dat je met elkaar helder hebt wat, zoals Teitler dit zo mooi heeft verwoord, verstaat onder onprettig, problematisch en onwettig gedrag. Maak drie kolommen en schrijf dat eens voor jezelf op. Pak een vel papier en vouw deze in 16 vierkantjes en schrijf in de vakjes eens wat voor gedragingen er zoal voorbijkomen.
Denk bijvoorbeeld aan: 

  • nee zeggen als je vraagt of hij rechtop wil zitten, 
  • nee zeggen als je vraagt of hij stil wil zijn, 
  • een kind duwen, 
  • zuchten als je wat zegt, 
  • brutaal gedrag, 
  • te laat komen, 
  • je uitschelden, 
  • met een stoel gooien,
  • bemoeien met andere kinderen en vul maar aan. 

Knip nu de vakjes uit en leg de woorden een voor een in een kolom. Valt dit onder onprettig? Valt dit onder problematisch of valt dit onder onwettig? Wat zijn twijfel gevallen? Doe het samen met je duo partner. Denken jullie er hetzelfde over? Waar zitten de verschillen? 

En hoe reageer je erop?

Vervolgens ga je per kolom nadenken over de reacties die je kunt geven. Als dit gedrag zich voordoet hoe reageren we daar dan op, of bij problematisch en onwettig gedrag: wat zijn de consequenties (zie ook blz. 105 e.v. in het boek Klasse(n)Kracht met RESPECT voor de klas)? En dat hoeft echt niet alleen maar in termen van straffen. Doe deze oefening bij voorkeur samen met je collega’s. Het gesprek erover, het (h)erkennen van de verschillen (alles te maken met kernwaarden) levert veel op. 

Maak kinderen eerst bewust

Ga niet meteen in de oplossings stand. Help kinderen eerst bewust te maken. Gedrag wijst altijd ergens naar. Het kan zelfs laten zien dat bepaald gedrag nog niet beheerst wordt. Er zit een behoefte onder die voor anderen niet altijd helder is. Waarschijnlijk heb je al vaak gevraagd: “Waarom doe je dat?” maar kreeg je geen antwoord. Leerlingen weten het vaak niet. Het ‘overkomt’ ze, doordat ze onderdeel zijn van een groep.
Van Loon (2016. Regie versterken in het onderwijs) geeft aan dat regiefuncties onder het gedrag liggen en het vermogen vormen om je gedrag en emoties te kunnen reguleren. Bij leerlingen die grensoverschrijdend gedrag laten zien, andere kinderen pesten of brutaal zijn hebben de regiefunctie ‘rekening houden met mezelf en anderen’ nog niet onder de knie. Denk hierbij aan:

  • Ik houd me aan de afgesproken regels
  • Ik kijk naar de mening van de groep
  • Ik houd rekening met anderen qua gevoelens en grenzen
  • Ik kan kritiek en complimenten geven etc.

Feedback geven

Geef gerichte feedback op de processen die zich in de klas afspelen en doe dit oordeel-loos. Ik zie…ik hoor…het valt me op dat…. Kies 1 aspect uit waar je aan wil werken. Bespreek dit met de groep. Soms moet je de groep eerst bewust maken van hun probleem. Dit kun je doen door elke keer wanneer een leerling het negatieve gedrag laat zien een fiche op zijn tafel te leggen en aan het eind van de dag hier een gesprek over te hebben. Maak een datamuur. Zet het doel wat je met de groep op de muur. En reflecteer dagelijks op het bereikte resultaat. Zet het in een staafdiagram. Een fijne sfeer is de verantwoordelijkheid van de hele groep. Niet alleen van jou als leerkracht (geldt ook voor een team…).

Geniet vooral van dat prachtige vak dat je hebt! Want je weet: jij maakt het verschil!

Met een verschillige groet,
Jelly

Vind je conflicten lastig? Ben je het ene moment te los en dan weer te strak? Wil je graag: 

  • Tools in handen hebben? 
  • Goed regie kunnen voeren op grensoverschrijdend gedrag? 
  • Rust in je klas zodat er optimaal geleerd kan worden.
  • Plezier in je werk
  • Grenzen stellen en bewaken op een vriendelijke en duidelijke manier
  • Kinderen leren om op een goede manier ruzies met elkaar op te lossen
    Klik dan hier