Het is donderdagavond 19 april. Samen met mijn lief en oudste dochter zitten wij met nog 700 ouders, brusjes, opa’s en oma’s in de Vredeskerk, Amsterdam. Op het podium staan ruim 200 leerlingen van het Geert Groote College in de leeftijd van 15 – 18 jaar. Links de sopranen in het zwart, in het midden de bassen en de tenoren in het wit en rechts de alten weer in het zwart. Voor de bassen het orkest; een enthousiaste groep docenten, ouders en (oud)leerlingen. Onder de bezielende leiding van Monique Vis zal het Requiem van Mozart ten gehore gebracht worden.

Nu is wachten niet helemaal mijn sterkste punt, maar vanavond was ik maar liefst een uur voor aanvang ter plekke. Ik wilde dit van dichtbij meemaken. En terwijl ik vanaf de tweede rij naar al die mensen op het podium zit te kijken kan ik alleen maar denken: Hoe krijgen ze het in hemelsnaam voor elkaar om 200 pubers allereerst aan het zingen te krijgen, laat staan een requiem op te voeren.

Koorzang

Koorzang is een vast programmaonderdeel op het Geert Groote College. Vanaf september wordt er wekelijks een lesuur gezongen met de tiende en elfde klassen van de havo en het vwo. De laatste weken worden alle klassen samengevoegd tot één groot koor van zo’n 200 leerlingen.

Monique neemt ons mee in het proces. Zij vertelt dat het koorzingen niet voor iedere leerling vanzelfsprekend is (Lees: is absoluut niet stoer als je 16 bent!) En ondanks dat groeit er in die wintermaanden iets wat toch gaat lijken op een geheel. In de loop van het project komen de leerlingen in een meer vanzelfsprekende samenklank. Tegen de tijd dat alle klassen samenkomen komt de volgende stap: om tot een volle koorklank te komen moet het individu even opgaan in het grote geheel en dus plaats maken voor het wij. De avond dat voor het eerst met het hele koor en het orkest gerepeteerd was, was onze jongste dan ook behoorlijk onder de indruk. Ze voelde zich omringd door zang en muziek.

Van IK naar WIJ

Om tot een volle koorklank te komen, vertelt Monique, moet het individu even opgaan in het grote geheel en dus plaats maken voor het wij. Het samen werken en meerstemmig musiceren geeft die mogelijkheid. Soms ben je in the lead en het andere moment ben je ondersteunend om de ander zo goed mogelijk te laten klinken.

Het gaat beginnen. De zaal is muisstil. Het Requiem begint. Na 50 minuten als de laatste noten gespeeld en gezongen zijn barst het applaus los. We krijgen nog een toetje: Lacrymosa (of was het domino Jesu). Ik ben diep onder de indruk…de muziek zit nog lang in mijn hoofd(nog steeds eigenlijk). O ja, en uit het hoofd! Niks blaadjes erbij. Gewoon alles (bijna alles) uit het blote hoofd.

ter illustratie (is niet Amsterdam, maar vond ik op youtube)

Ik realiseer me wat een intense ervaring hier meegegeven wordt. Dit kan ik niet in taal overbrengen. Hier kan geen groepsvormingsactiviteitje tegenop. Het hele proces van toewerken naar met alles wat er onderweg gebeurd naar het optreden in deze prachtige kerk, de passie en de bezieling van de docent muziek en koor, is een diepe zielservaring geworden. Dit vergeet je als leerling nooit meer. Dit overstijgt het IK. Het individu moet even opgaan in het grote geheel en dus plaats maken voor het wij…Van Ik naar Wij.

En de vraag die mij bezig houdt is hoe kunnen  wij leerlingen op de basisschool dit soort ervaringen meegeven. Ervaringen waarbij het individu even opgaat in het grote geheel.

Hebben jullie ideeën?

met een verschillige groet,

Jelly