Ik las net je blog over straffen en belonen en daar stond in dat onder straffen alles wordt verstaan:
“waarbij kinderen worden uitgesloten van activiteiten of situaties (zoals geen speeltijd, time-out, nadenkstoel, op de gang) maar ook alles waarbij kinderen publiekelijk in rode en categorieën worden geplaatst of waarbij privileges worden weggenomen”.
Nou ben ik wel benieuwd naar het volgende:
Zoals ik dit lees, betreft het dus ook het wasknijpersysteem/superdagmeter. Daarbij worden kinderen ook publiekelijk in een categorie geplaatst als de wasknijper opschuift toch?
Ik gebruik het nu nog steeds en zeker niet als strafsysteem, maar het gebeurt wel dat een kind uit school nog even blijft. Hoe moet ik dit zien? Ik ben benieuwd naar je reactie.
De vinger op de zere plek
Om eerlijk te zijn ben ik daar dus zelf momenteel in aan het zoeken. Waar sta ik nu t.o.v. een aantal systemen die we vanuit Klasse(n)Kracht hanteren. Sta ik daar nog achter? Of hangt dit elke keer opnieuw af van de situatie?
Ik realiseer me namelijk heel goed dat wanneer je inzet op gedragscontrole, je ook de onderliggende gevoelens en behoeften ondermijnt en dat je veel liever wil dat kinderen de gevolgen van gedrag begrijpen en intrinsiek kiezen voor positief gedrag. Maar ja, ik weet ook uit ervaring dat dit niet zo makkelijk gaat als dat er soms over geschreven wordt.
Grensoverschrijdend gedrag
Zo hebben wij vanuit Klasse(n)Kracht vaak te maken met grensoverschrijdende situaties. Situaties waarbij het voor de leerkracht heel ingewikkeld is om op een fijne manier les te geven. Kinderen die niet willen kijken naar hun eigen aandeel in een situatie, kinderen die andere kinderen domineren, kinderen die de leerkracht echt staan af te blaffen. Dat kan allerlei oorzaken hebben en denk niet dat dat wil zeggen dat de leerkracht niet kan lesgeven. In tegendeel we hebben vaak enorme kanjers van leerkrachten waarbij het gewoon even niet lukt.
Norming fase
Wat we vaak zien is dat de norming, om wat voor reden dan ook, in de groep niet goed verlopen is. Kinderen lijken de dienst uit te maken, reageren overal op, bemoeien zich met van alles en nog wat, maken veel ruzies met elkaar en ga zo maar door.
In groepen waar de orde ver te zoeken is omdat leerlingen de leerkracht uitschelden, elkaar uitschelden, kinderen die zeggen: nee hoor dat ga ik niet doen, dan moet je eerst rust creëren voordat je überhaupt met elkaar aan de slag kunt gaan. En hoe pak je dat dan aan? Ik zou niet weten wat ik dan moet zeggen. Ik kan dan niets anders bedenken dan gedragscontrole maar wel vanuit contact en verbinding. Heel duidelijk: zo gaan we hier met elkaar om. Dit is oké en dat is niet oké en daar gaan we heel duidelijk in zijn.
Rust in de groep
Het gevolg is dat er rust komt in de groep. De groep die namelijk wel wil voelt zich eindelijk gezien en ondersteunt. En de groep die om wat voor reden het even niet voor elkaar krijgt, krijgt begeleiding met hun gedrag. Soms ook in samenspraak met de ouders.
Sommige leerkrachten zijn bang dat als ze structuur bieden, duidelijk zijn, voorspelbaar zijn, dat ze dan als een kenau voor de groep staan. Niets is minder waar. Daar waar er een balans is tussen steunen en sturen heb je de meeste ideale vorm van leiding geven. Maar stel nu dat je een hele strenge vader hebt gehad, of een ervaring met een hele strenge leraar. En je hebt je voorgenomen: zo wil ik niet zien als juf of meester. Dan heb je kans dat je het kind met het badwater weggooit. Je vermijdt structuur bieden uit angst te dominant te zijn. Je omzeilt het gedrag van leerlingen met als gevolg dat het voor leerlingen niet helder is waar de grenzen liggen en dat geeft altijd gedoe.
Ben jij je bewust van je aannames?
In de begeleiding zullen we dus eerst de leerkracht bewust moeten maken van deze onderliggende aannames en laten zien dat structuur bieden niet hetzelfde is als een kenau zijn. Vervolgens gaan we kijken naar het gedrag. Waar moet je eigenlijk op ingrijpen en waar benoem je gewenst gedrag en geef je complimenten voor het gewenst gedrag. Dat zijn voorbeelden die een superdagmeter bijvoorbeeld kan ondersteunen. Maarrr ik zeg er meteen bij, dat werkt alleen als je dit heel goed samen met de kinderen afstemt. Als je hem inzet vanuit boosheid, gaat het niet werken, althans niet waarvoor hij bedoeld is.
Dus dit soort systemen hoef je niet te gebruiken in een gewone reguliere groep. Dan is het een kwestie van regie voeren op gewenst gedrag en regie voeren op ongewenst gedrag op een neutrale manier. Je geeft leiding waar nodig en steunt ook waar nodig.
Daar waar een groep echt aan het saboteren is, waar eerst orde opnieuw hersteld moet worden daar moet je soms eerst stevig ingrijpen om helder te maken wat wel en niet oké is. Mocht je dit herkennen en hier graag sterker in worden, klik dan hier.
Met een verschillige groet,
Jelly