In de nieuwsbrief van School en Veiligheid las ik een mooi blog. Hoe kun je een plek creëren waar iedereen kan zijn wie hij is. Een campagne voor inclusief MBO met als titel ‘Samen zijn wij Iedereen’. Jitske Kramer was er keynote spreker. En ik las een aantal tips die in dat blog* werden weergegeven:

Om leren gaan met verschillen

“Bouw sterke relaties. In families, organisaties en klassen ontstaan tribes; groepen ‘verwanten’. Die tribes zijn zo sterk als hun onderliggende relaties. Als de één niet met de ander praat, is het geheel niet zo sterk als het kan zijn. Leg daarom de focus op relaties. Wees je ervan bewust dat er in een tribe altijd verschillen zijn. De kans dat we allemaal hetzelfde denken is nul. Om sterke relaties te bouwen moet je om leren gaan met verschillen. Met mensen waar je het goed mee kunt vinden, gaat dat makkelijk. Lastiger wordt het om samen met mensen te zijn die jou niet zo leuk vinden of niet begrijpen. In teams maar zeker ook in klassen zie je dit ontstaan.”

Wie ben ik en wie ben jij

Afgelopen donderdag startte de nieuwe opleidingsgroep Specialist Klasse(n)Kracht®. Een nieuwe groep vormt zich. 11 mensen die elkaar niet kennen en voor de komende 16 maanden met elkaar een groep vormen. Dat gaat niet vanzelf. Daar voer ik regie op. Ik start altijd met het gedachtengoed van Human Dynamics®. Van globale kennismaking gaan we al vrij snel met elkaar de diepte in en ontstaan er gesprekken over ‘Wie ben ik’ en ‘Wie ben jij’, over gedrag wat aangeleerd of juist afgeleerd is omdat de omgeving daar wat van vond.

Raakvlakken

We zijn begonnen met het bouwen van een tribe. En vanaf dag één ontwikkelen we bewustzijn over verschillen. In alle openheid kunnen we het gesprek met elkaar voeren. We hebben geen geschiedenis met elkaar en we kunnen ons openstellen en nieuwsgierig zijn naar hoe het is om een andere dynamiek te hebben. En tegelijkertijd ontstaat er begrip voor die collega, die vriend of partner die anders ‘bedraad’ is.

Prachtig als mensen tegen elkaar zeggen, ik had vanmorgen echt niet het idee dat ik raakvlakken met jou zou hebben, om nu in deze oefening te ontdekken dat er vele raakvlakken zijn. De spiegel van hoe we op basis van een paar kenmerken conclusies trekken over hoe iemand zal zijn. We zijn begonnen met het bouwen aan sterke relaties.

klassenkracht-blog-als-je-oordeelt (1)

Een tribe

Dit is waar Klasse(n)Kracht® voor mij over gaat. Over het bouwen van een tribe met elkaar. Bij de start van het nieuwe schooljaar staan we stil bij het hoe, wat en waarom. Wat willen we met elkaar?

Hoe willen we met elkaar omgaan? Waarom vinden we dat belangrijk? En als we dat helder hebben hoe begeleiden we de conflictmomenten, hoe help je een groep om sterke relaties te bouwen, om ook de kinderen die je misschien op het eerste gezicht niet zo leuk vindt beter te begrijpen.

Cultuur

Niks heeft betekenis van zichzelf. Daarom bepaal je met elkaar wat je waardevol vindt en wat je waardeloos vindt. Denk aan de werkvorm van de Fijne Klasgenoot. Dat gaat niet vanzelf, daar moet je wel regie op voeren. Niet twee weken, niet 7 weken, maar 40 weken. Als we iets waardevol vinden met elkaar dan gaan we dit omzetten in gedrag. Wat zie ik jou dan doen? Wat hoor ik jou dan zeggen? Op het moment dat we iets normaal gaan vinden, gaat het meer en meer in ons lijf zitten en vormen we een cultuur. Dit geeft kader en bepaalt ook wat we mooi of lelijk vinden of wat goed of fout is.

‘Onschuldig’ grapje?

“Mensen die het gevoel hebben dat ze niet worden gehoord, kunnen sabotagegedrag gaan vertonen. Via een ‘onschuldig’ grapje of roddelen gaan ze naar openlijke tegenwerking en kiezen als laatste stap mogelijk het vertrek uit de organisatie”. Dit zie je in teams, maar dit zie je ook in klassen. Kinderen die het gevoel hebben dat ze niet worden gehoord kunnen sabotagegedrag laten zien. Expres de sfeer verzieken, storend gedrag vertonen, steeds een weerwoord hebben, flauwe grappen maken etc.”

Wat voor groep willen wij zijn met elkaar?

Ik kreeg afgelopen week de vraag wat je als school kunt doen om het werken met een missie leuk of interessant te houden voor de bovenbouw. Er werd een laconieke houding geconstateerd bij de leerlingen en veel sociaal wenselijk gedrag. De vraag voor mij is onmiddellijk: wat is hier werkelijk aan de hand? Is de hoop opgegeven om een fijne groep te zijn of speelt er nog iets anders?

Is er te veel gestuurd waardoor vooral sociaal wenselijke antwoorden naar boven zijn gehaald? Moeten we dit zien als ‘sabotagegedrag’? Hoe breng ik de leerlingen in contact met de werkelijke vraag? Wat voor groep willen we zijn met elkaar? Wat wil jouw hart?

klassenkracht-blog-als-je-oordeelt-1

Wil je samen met je team weten hoe je dit kunt aanpakken? Hoe je met je klas sterke relaties kunt bouwen?