Het is even flink matten geweest op het plein. Vier jongens hebben het even helemaal met elkaar gehad. Ze zijn het praten voorbij en dus wordt er ouderwets gemept. De gemoederen zijn flink opgelopen. Er is flink wat commotie. Ik ben op weg naar deze groep.
“We gaan zo in gesprek met deze jongens”, zegt de directeur, “heb jij nog een tip voor ons”.
Natuurlijk heb ik een tip. Ik verwijs ze naar de website (www.klassenkracht.nl) om het Stormkaartje te downloaden. “Blijf zelf uit het conflict, blijf vooral neutraal, heb geen oordeel over wat er gezegd gaat worden, het enige dat jij hebt te doen is neutraal blijven, de grenzen bewaken en je houden aan de afspraken die je als school hebt m.b.t. conflicten”.
STORM-kaartje
Botsingen begeleiden met het STORM kaartje...ik had het graag geleerd. Als ik vroeger ruzie maakte werd ik altijd weggestuurd mijn kamer. Briesend, met het stoom uit mijn oren, stormde ik stampend de trap op naar boven. Boven sloeg ik dan de deur dicht, zo hard als ik kon. En als het niet hard genoeg was, deed ik het nog eens dunnetjes over. Op dat soort momenten wilde ik het liefst de scharnieren eruit knallen! Ik voelde me altijd enorm gefrustreerd als me de mond gesnoerd werkt. Terugpraten was bij ons thuis hetzelfde als brutaal zijn. Woest werd ik ervan!
En jij? Mocht jij vroeger ruzie maken? Heb jij geleerd om met botsingen om te gaan?
In de praktijk zien we vaak drie manieren:
- Je ontwijkt het conflict. Je loopt weg, je zegt niet wat je ervan vindt. Dit zijn de ontwijkers.
- Je stelt het uit. Je denkt daar kom ik later nog op terug. Dit zijn de uitstellers.
- Je reageert agressief, je wordt driftig en slaat erop los. Dit zijn de uitdagers.
- Je staat stevig op je benen, je komt voor jezelf op en houdt ook rekening met de ander. Dit zijn de toptien-tellers. Hier zoek je naar een win-win oplossing.
Win-Win
De intern begeleider gaat, met STORM-kaartje, aan de slag met de vier jongens. Tegen de tijd dat zij in gesprek gaat zijn de jongens afgekoeld. Om de beurt laat ze hen vertellen wat het probleem is, wat ze dachten, voelden en deden. Doordat ieder een beurt krijgt en ze elkaar aanhoren, komen er verschillende versies van het conflict op tafel. Ik dacht dat jij dacht dat ik…en toen voelde ik me ….en zei ik tegen jou….
Door naar elkaar te luisteren werden er eigenlijk allemaal puzzelstukjes aan elkaar gelegd. Dwars door dit conflict speelde er nog een ander conflict. Een van de leerlingen was dit jaar nieuw op school gekomen. Op de vorige school had deze leerlingen nogal wat negatieve ervaringen opgedaan en hij had zich voorgenomen dat niet meer te laten gebeuren.
Tot aan de tanden gewapend was deze leerling naar zijn nieuwe school gegaan. Een aantal leerlingen hebben echt hun best gedaan om zich met hem te verbinden maar hij deed zo lelijk tegen hen dat ze uiteindelijk hem de rug hebben toegekeerd. Hij had zijn kruit verschoten en stond er op zijn nieuwe school al vrij snel alleen voor.
Contact en Communicatie
Er kwam van alles op tafel. Door de tijd te nemen, door regie te voeren op het gesprek, door de leerlingen serieus te nemen, door echt het contact met elkaar aan te gaan, te volgen en te ontvangen konden de kinderen het met elkaar oplossen. De leerlingen gingen terug naar de klas. Vervolgens is dit gesprek teruggekoppeld naar de groep en heeft de leerling die dit jaar nieuw was op school, zijn verhaal verteld. Zijn ervaringen van zijn vorige school (eigenlijk scholen), hoe spannend hij het vond om weer opnieuw te beginnen etc.
Het resultaat? Allereerst een hele blije intern begeleider. Hoe gaaf is het om te zien dat jij het verschil kunt maken. We hoeven het niet voor ze op te lossen, maar een beetje begeleiding bij het proces is fijn. Ten tweede was er de positieve ervaring rondom conflictoplossing, maar ik denk dat de bijvangst nog de meeste opbrengst gaf: een leerling die het aangedurfd heeft echt contact te maken met zijn leeftijdgenoten door zichzelf kwetsbaar op te stellen, waardoor andere kinderen zich opnieuw met hem konden verbinden.
Onderwaterprogramma
Dit gedoe speelde zich al een tijdje onder water af. Het er niet bij mogen horen geeft een ik ben niet oké gevoel. Als je voortdurend geconfronteerd wordt met een gevoel van er niet mogen zijn, word je miskend in je autonomie. Om dit nare gevoel niet te hoeven voelen draai je het om. Ik ben wel oké maar jij/jullie niet. Je blaast jezelf op en maakt de ander klein. En voilà het conflict is geboren. En het mooie is dat door de vragen dit naar boven kan komen, genoemd kan worden en begrepen kan worden en er vervolgens andere keuzes gemaakt kunnen worden. Het heeft echt een verschuiving opgeleverd in deze groep.
Zorg dat je het verschil maakt!
En wil je ook graag leren hoe je regie kunt voeren op het gedoe in je klas? De klas begeleiden bij daar waar het schuurt in de omgang met elkaar? Klik dan hier>>> (en maak deze maand gebruik van de korting).
Met een verschillige groet,
Jelly.