Stormingfase
In Noord is de stormingsfase echt bezig, en in Midden en Zuid begint het te komen. En misschien denk je wel “…begint te komen!? Het is in volle gang!…”. In de Stormingfase wordt de pikorde in de klas bepaalt en worden de sociale en emotionele rollen verdeeld. Met het regelen van de pikorde, regelen kinderen onderling hun veiligheid. In iedere groep wordt een pikorde bepaald, en hoe hoger je in de pikorde zit, hoe veiliger het is. Dat werkt ook zo in de maatschappij, onze hele samenleving is eigenlijk op dit principe gebaseerd.
Pikorde!
Kippen leven in groepen, meestal zo’n vijf tot tien hennen. En om zo’n groep in toom te houden zijn er regels. De rangorde geeft aan wie de beste plek (zitstok) in het hok heeft en wie de eerste hapjes voer krijgt. De hoogst geplaatste hennen, pikken de anderen op hun kop. De iets lager geplaatste hennen pikken de nog lager geplaatste etc. Het is een rangorde, waarin iedereen zijn plek heeft.
Het pikken is vrij onschuldig en betekent zoiets als “hoepel op jij, wie denk je dat je voor je hebt”. De pikorde! (Ik moet denken aan een teamkamer waar ‘vaste plaatsen’ ontstaan. En wat er gebeurt als je op iemand ‘zijn’ stoel gaat zitten). Die pikorde bepalen is dus helemaal niet fout. Het middel dat er soms voor gebruikt wordt wel; vechten, afdwingen, pesten. En daarom is dit de fase waarin jij als leerkracht heel alert moet zijn op wat er gebeurt en hoe het gebeurt.
Veiligheid!
Wij moeten de veiligheid samen met de kinderen regelen en het ze niet zelf laten uitzoeken. Want als je het aan de groep overlaat heb je voordat je het weet een kippenhok! Net als in de klas wordt de rangorde niet bepaald door jou als leerkracht, maar door de leerlingen. De ‘hennen’ bepalen de pikorde, de ‘haan’ houdt de supervisie. En ook hier jouw rol: jij begeleidt deze fase actief.
Missie!
In deze fase is het belangrijk dat steeds de missie van de groep centraal staat (zie blog van 24 aug). Je werkt regelgestuurd aan gedrag en je reflecteert vooral met kinderen op gedrag. Daarbij maak je veel gebruik van voorbeeldgedrag. Wat je hier doet is kinderen helpen bewust te worden van gedrag, wat werkt stimulerend en wat werkt belemmerend.
Stel je ziet een leerling een andere leerling helpen bij iets wat hij moeilijk vindt. Je benoemt de kwaliteit: “Margo ik zie dat jij Maaike helpt bij iets wat zij moeilijk vindt. Fijn dat jij je behulpzaamheid inzet. Dat geeft Maaike vast een fijn gevoel”. Je vraagt vervolgens aan de klas: “Is Behulpzaamheid iets wat ons dichter bij onze groepswens brengt? Ja, dan zet ik hem er bij!” En zo kun je deze kwaliteit gaan inbrengen en opmerken elke keer wanneer je hem ziet. En het omgekeerde ook. Je ziet een kind iets doen wat niet bijdraagt aan de groepsmissie. Bespreek dit en onderzoek hoe het anders kan, oefen dat eventueel in een rollenspel.
Groepsvorming!
Plan dagelijks 20 – 30 minuten tijd in om dit met de klas te kunnen doen. Neem groepsvorming serieus in deze fase!

Houd er in deze fase rekening mee dat wanneer je een kind corrigeert op gedrag ten overstaande van de hele groep er nog een ander programma op de achtergrond meewerkt.
Namelijk: hoe zorg ik er voor dat ik niet af ga in de ogen van de andere kinderen (de pikorde). Jij spreekt bijvoorbeeld Michael aan omdat hij grensoverschrijdend gedrag laat zien. Michael geeft jou een bijdehante opmerking, waardoor de klas moet lachen (opluchting bij Michael; ik heb mijn gezicht gered). Hij krijgt straf van jou maar dat is minder erg, dan gezichtsverlies.
Als je deze thematiek snapt, dan snap je ook waarom het vaak handiger is om even naar een leerling toe te stappen, contact te maken en daarna een gedragsinstructie te geven.
Wat gebeurt er in jouw klas op het gebied van de pikorde bepalen? Hoe gaat dat er aan toe? Of heb je een vraag? Deel dit in het commentaarveld hieronder!
Met een ‘verschillige’ groet,
Jelly
Ps Wil je deze fase begeleiden maar weet je niet goed hoe? In de online training Klasse(n)Kracht met RESPECT voor de klas, laat ik je zien hoe je dat doet.