Ik mag het natuurlijk niet hardop zeggen, maarrr…. hij vraagt er natuurlijk wel om…

Tja…dan val ik altijd een beetje stil. Vraagt een kind hierom?

Vraagt een kind om gepest te worden?

Vraagt een kind om geslagen te worden?

Vraagt een kind om misbruikt te worden?

Maar voordat ik mijn mening over iemand heen stort (wat ik vroeger echt deed), vraag ik me nu af: wat maakt dat iemand dit zo denkt? Waar komt deze overtuiging vandaag?

 

Aanname

Is ze vroeger zelf gepest en geeft ze zichzelf de schuld?

Is ze vroeger zelf een pester geweest of een meeloper en veegt ze op die manier haar eigen straatje schoon?

Heeft ze via anderen, haar ouders bijvoorbeeld deze overtuiging aangenomen?

Waar komt deze aanname vandaan?

Overtuigingen zijn opvattingen over jezelf, over situaties en andere mensen. Overtuigingen zijn niet zichtbaar, ze bevinden zich aan jouw binnenkant, jouw onderwaterprogramma zeg maar. Deze overtuigingen zijn wel van invloed op je gedrag. Ze bepalen eigenlijk door welke bril je naar jezelf, je omgeving en de ander kijkt.

 

Overtuiging

Zo had ik vroeger de overtuiging dat ik dom was. Dat had te maken met dat ik een taalachterstand had (wij spraken thuis Fries), mijn woordenschat was niet zo groot, ik snapte niet altijd wat er bedoeld werd en dat gaf mij vaak een dom gevoel. Er waren ook docenten daar die daar apart mee omgingen als ik iets niet wist of snapte: “Je moet je afvragen of je wel het juiste vak hebt gekozen”, “Je moet je afvragen of dit wel de juiste opleiding voor jou is”, “Als je dit niet eens weet” . 

Daarnaast kom ik uit een arbeidersmilieu en daar heerste toch ook wel de opvatting dat een dubbeltje nooit een kwartje zou worden. En tja wij waren dubbeltjes. Om maar aan te geven dat mijn opvoeding, reacties van leraren, ervaringen in vergelijking met anderen, milieu allemaal elementen zijn die van invloed zijn. Nu had ik gelukkig ook een sterke wil en ontmoetingen met mensen die mij andere beelden over mezelf meegaven. Dus ondanks dat ik bepaalde dingen van mezelf vond, had ik ook andere geluiden opgevangen en ik was er zelf ook nog. Ik had een enorme wil om dat veranderen. Ik daagde mezelf steeds weer uit om ergens beter in te worden. En dat heeft me ver gebracht.

Normen

Een groep hanteert bepaalde normen; we noemen dat de code van de groep. Stel, het merendeel van de klas houdt van hockey en ik hou van voetbal. In een groep met een sociaal krachtig leefklimaat maakt dat niet uit. Hier mag je jezelf zijn, hier mag je anders zijn dan de rest.

Is de groepsnorm dat iedereen van hockey moet houden, dan vallen de voetballers buiten de boot en kan pesten ontstaan vanuit een denkfout. Klungers zegt dan: een denkfout is een overtuiging die niet klopt. Dus: als je niet van hockey houdt, mag je die persoon pesten. De denkfout zit in het feit, dat oorzaak en gevolg geen vanzelfsprekendheid is.

blog-klassenkracht-ik-mag-natuurlijk

Gedrag

Een kind kan om wat voor reden dan ook gedrag laten zien waardoor hij zich niet populair maakt bij zijn klasgenoten. Dat kan met verschillende redenen te maken hebben. Op het moment dat klasgenoten lullige opmerkingen gaan maken, bijvoorbeeld omdat ze zich irriteren aan het gedrag van de leerling, en dit herhaalt zich, dan kan er een situatie van pesten ontstaan.

Klasgenoten kunnen vinden dat het logisch is dat een bepaalde leerling uitgescholden wordt of niet mee mag doen. Moet ie maar ‘normaal’ doen. Ook kinderen die oprecht vinden dat pesten niet mag, kunnen vinden dat het rechtvaardig is om naar tegen een kind te doen omdat het zijn eigen schuld is. Moet ie maar niet x, y of z doen.

Het pesten lijkt door deze manier van denken een rechtvaardiging van hun handelen en zal dus niet als pesten gezien worden. Herkenbaar? 

Oorzaak

 De oorzaak van dit probleem is hier niet de leerling maar de oorzaak van dit probleem is dat we in de klas nog geen manier hebben om dit soort irritaties met elkaar te bespreken en het samen op te lossen.

 Hoe zou het zijn om dit met de klas te bespreken? Je hebt misschien wel de werkvorm Een fijne klasgenoot gedaan? Je zou met de klas gedrag kunnen verzamelen wat niet fijn is en dan bovenstaande eens in de groep gooien. Dus dat wanneer een kind lullig doet, heel vaak lullig doet, hoe je dan toch nog een fijne klasgenoot kunt blijven.

Maar stel nu dat de leerkracht ook deze denkfout heeft?

 Stel nu dat jij de collega bent van deze leerkracht. Jij hoort haar dit zeggen.

Of misschien heb je wel herinneringen van leerlingen waarbij je het zelf ook hebt gedacht?

 

Denkfout

Heb jij denkfouten? Dus een oorzaak – gevolg redenering die geen vanzelfsprekendheid is? Hoe zou het zijn om dit eens in je team met elkaar te bespreken. Durf je aan collega’s de vraag te stellen: heb ik ergens een denkfout?

Ga op zoek naar de denkfout. Om daarna nog een stapje verder te kijken. Wat zou er nodig zou zijn om de onderliggende frustratie of irritatie bespreekbaar te maken met elkaar?

Mmmmm persoonlijk meesterschap, niet makkelijk wel boeiend 🙂

 

Met een verschillige groet,

Jelly