Een van de Specialisten Klasse(n)Kracht in opleiding stuurde mij laatst een heel enthousiast Appje. “Ik wil even een geweldige ervaring delen. Zoals besproken tijdens ons gesprek heb ik het Jassenspel voorgelegd aan mijn collega. Ze heeft het uitgevoerd en er kwam ontzettend veel los in de groep. Heel veel kinderen stelden zich kwetsbaar op. De jongen die vastbesloten was om niet mee te gaan op kamp omdat hij gepest werd, heeft vandaag verteld dat hij toch meegaat. Resultaat: een hele blije klas”. 

Of deze: “We hebben het jassenspel gespeeld zodat de kinderen zich bewust worden van hun rol in de groep. Langzamerhand kwamen we steeds dieper in gesprek met elkaar. Veel kinderen gaven aan dat ze zich onzeker voelen. De jongen waar andere kinderen veel last van hebben gaf ook aan dat hij onzeker was. Dat was wat de andere kinderen niet hadden verwacht. We hebben een mooi gesprek gehad over onzekerheid. Wat het betekent om onzeker te zijn. Wat doet het met je? Hoe kan ik zien dat jij je onzeker voelt. Wat doe je dan?  Wat heb je nodig om je minder onzeker te voelen?”

Het ‘jassenspel’ is één van de symbolen of metaforen die beschreven staan in het boek Ik maak me sterk*. Kinderen nemen rollen aan in een klas. Soms zijn rollen vloeibaar, inwisselbaar en soms zitten rollen vast, dat noemen we dan een rolklem. Dat betekent dat jij altijd geassocieerd wordt met dat gedrag. Denk aan de clown in de klas, of die ‘drukke’ leerling, de leerling die altijd ruzie maakt… vul maar aan. Een rolklem. 

Verschillende jassen

De ‘jas’ staat voor een rol die iemand inneemt, maar kan ook het etiket zijn wat door een ander op een kind (of volwassene) wordt geplakt. Aan welke kinderen of mensen moet jij denken als ik je vraag: op wie plak jij een etiket? Wie is er ‘brutaal’, ‘druk’, ‘onoplettend’, ‘gezellig’, ‘enthousiast’, ‘leergierig’? Zo trekken we in de loop van de dag verschillende jassen aan. Kinderen doen dat ook. De stoere is misschien niet altijd zo stoer of niet alleen maar stoer. De eerlijke is niet altijd eerlijk. 

Een jas die bij hem past

Zo vertelde een van de Specialisten: “Ik begeleid een jongen die een pestervaring heeft gehad. Ik had alle ‘jassen’ op de tafels verspreid en ik vroeg hem een jas te kiezen die bij hem past. Hij pakte de jas van gepeste. Ik vroeg hem: “Heb jij altijd de jas van gepeste aan?” Nee, dat had hij niet. En hij begon te vertellen welke jassen hij nog meer had. Ik gaf aan dat hij deze mocht pakken. Naast de gepeste jas kwamen ook de jassen van lief, behulpzaam, stil en bang te liggen. 

Andere jassen

We hebben zijn ‘pester’ ook een jas gegeven. Deze kreeg als vanzelfsprekend de jas van’ pester’. Deze hebben we aan de andere kant van de ruimte neergelegd. Vervolgens hebben we gekeken of zijn ‘pester’ ook andere jassen zou hebben. Ja, hij dacht zeker dat hij ook wel een aantal andere jassen zou hebben. Deze heeft hij voor hem uitgezocht en naast de ‘pester’ jas gelegd. We hebben geoefend met het kijken naar situaties vanuit verschillende perspectieven. 

Zoveel inzicht

We hebben een aantal fictieve situaties gekozen en geoefend met reageren met andere jassen aan dan de gepeste jas. In het begin voelde dit wat onwennig en uiteindelijk ging dit goed. Hoe zou je willen reageren? Trek die jas eens wat vaker aan. Er viel letterlijk een hele zware beperkende jas van hem af!” Zo’n simpele oefening, maar zoveel inzicht. Ik vroeg vervolgens: “Hoe is het verdergegaan met deze jongen?”. 

Succes ervaring

“De jongen trok zich altijd terug tijdens de pauzes. Als hij met zijn vrienden aan het spelen was en de ‘pester’ kwam meedoen, koos hij ervoor alleen op een bankje te gaan zitten. Hij gaf aan zich dan eenzaam te voelen. Nadat we het ‘jassenspel’ gespeeld hebben, koos hij ervoor om een ander jas aan te trekken. Hierdoor kreeg hij een positieve succeservaring en voelde hij zich tijdens het buitenspelen niet meer eenzaam. Ze worden misschien geen beste vrienden maar ze kunnen wel samen een spel spelen. Dus het resultaat was prachtig.” Jassenspel

Jassen kiezen

Je kunt het ‘jassenspel’ ook in een groep doen. Je laat kinderen eerst zelf een jas kiezen en daarna elkaar vertellen waarom deze jas gekozen is. Vervolgens laat je kinderen een jas voor een ander kind pakken en vertellen waarom zij vinden dat deze jas ook past. Ook kun je een vraag stellen: Welke jas heb jij aan als iemand iets doet wat eigenlijk niet mag?  of Welke jas heb jij aan als je moet opkomen voor jezelf?  Tot slot kun je ook kiezen voor een jas die ze nog niet zo vaak aan hebben maar wel wat vaker zouden willen dragen.  Het leuke van dit spel is dat kinderen elkaar positief bekrachtigen en in oplossingen denken. Ze gaan elkaar bijvoorbeeld adviseren een andere jas aan te trekken. Stel een leerling vindt rekenen lastig, dan helpen ze elkaar door te zeggen dat ze de zekere jas aan kunnen doen. Er ontstaan soms fantastische opbouwende en positieve gesprekken. 

Fijn weekend!

Met verschillige groet,

Jelly

 

  • Ik maak me sterk. een boek voor de leerkracht over zelfvertrouwen en weerbaarheid. Henk en Ingrid de Visser.