Dit jaar moest er een ingewikkelde keuze gemaakt worden: of we maken twee groepen 3 of we maken 2 groepen 8 (van 3 groepen 7). Er werd uiteindelijk gekozen voor 2 kleinere groepen 3 omdat hier een goede didactische basis gelegd moest worden. Het gevolg van deze keuze was dat we van 3 kleinere groepen 7, 2 volle groepen 8 vormden. Dit kon nog wel eens een kluif worden.
Een flinke uitdaging
Een flinke uitdaging, want deze groepen waren gewend aan een klasje van 20 leerlingen en dat werden er nu ruim 30. Ouders klaagden, kinderen klaagden en de bovenbouw leerkrachten klaagden. Maar goed die beslissing was gevallen dus het was een feit. In de zomervakantie ben ik er goed voor gaan zitten, want ik wist dit gaat nog wel wat gedoe geven.
Op de achtergrond stond de tv aan. Ik werd afgeleid door het item: apen van verschillende dierentuinen werden bij elkaar geplaatst. De ultieme metafoor voor wat er in de klas zou gaan gebeuren: ieder moest opnieuw zijn plek gaan vinden. Welke aap zou er op de rots komen te zitten. Ik hoorde: Er wordt gevlooid om bij elkaar in een goed daglicht te komen, er werd gevochten en gevlucht bij confrontaties. De apen in de Conflictfase.
Waarom zijn zij belangrijker dan wij?
Ik besloot dat dit filmpje de start van het nieuwe schooljaar zou worden. Niet alle kinderen namen me dat in dank af: ze waren toch geen apen? Anderen zagen de humor ervan in en weer anderen keken me aan alsof ze water zagen branden. Ongeloof dat dit ooit een hechte club zou worden, wantrouwen in de keuze die gemaakt is (“dus groep 3 is belangrijker dan wij?”), verdriet om vriendjes of vriendinnetjes die nu in de andere groep zaten…Allerlei gevoelens kwamen naar boven.
Ik begreep ze. Maar ik was ook vastberaden om hier mijn tanden in de zetten. Figuurlijk dan. Wat hebben we hard gewerkt om er een fijne nieuwe groep van te maken. Hoe? Door keihard te werken aan onze missie; door bouwstenen te formulieren, regie te voeren op de missie en de bouwstenen, heeeeeeel veel kennismakingsactiviteiten, bewust op zoek gaan naar het positieve in elk kind en dat benoemen, plezier maken met elkaar, waarderend kijken en ga zo maar door. En het lukte. Na de herfstvakantie was het niet meer “zij van groep 7a”, maar WIJ van groep 8.
Herrie in de tent
Tot de meivakantie. Toen begon het te schuiven. Kinderen stonden ingeschreven op hun nieuwe school, hadden de kennismaking ochtend gehad en stonden al met één been in het Voortgezet Onderwijs. Maar de rest van hun puberlijf hoorde nog echt bij de basisschool. Dat verwarde een aantal. De één kon niet wachten tot het zover is, de ander kreeg het Spaans benauwd.
Er ontstond gedoe. Ineens had ik te maken met een soort tweekamp. Een paar leerlingen hadden gezegd dat ze blij waren dat ze van deze school af zouden zijn. Met al die kleine kinderen en saaie juffen. Een ander deel ging volledig in de verdediging. En weer anderen voelden dit als een aanval op mij als juf. En ze gingen er met gestrekt been in. Letterlijk en figuurlijk.
Nog maar 5 weken…
Zelf had ik deze kanteling niet zien aankomen. Het voelde in eerste instantie als falen. Ik had zo hard gewerkt aan het groepsproces. Ook ik bladerde in mijn agenda en mopperde: “gelukkig nog maar 5 weken en dan ben ik klaar met deze groep”. Tot ik in het blog van Jelly weer iets las over de afscheidsfase. Ik realiseerde me in één klap dat we er middenin zaten. Het vitten en klitten gebeurde niet alleen bij de kinderen, maar ook bij mij!
De aanvoerder van de pro-VO had een hoop aanzien. Hij begon opeens hooghartig tegen mij te doen, brutaal, weigerde opdrachten uit te voeren. Na een conflict met mij riep hij dat hij me haatte en dat dit een kutschool was. Het raakte me. Ik heb hem de klas uitgezet omdat ik merkte dat ik echt heel boos werd. De klas ging naar de gym en hij mocht van mij niet mee. Ik beende wat heen en weer in het lokaal met musical spullen en hij zat naar buiten te staren en brak zijn potlood doormidden. Ik mompelde:” Nu heb je nog mazzel, volgens jaar moet je die zelf kopen”. Hij zuchtte. Ik besloot weer terug te gaan in de relatie met hem, ging naast hem zitten en vroeg hem wat hem nou zo boos maakte. Na wat schouders ophalen en “weet niet” kwam uiteindelijk het hoge woord eruit.
Pffff wat vind ik het spannend…
Zou hij straks wel weer vrienden hebben op het VO? Hij had een lager advies dan veel van zijn vriendjes en zou niet bij hen in de klas komen hierdoor. En kon hij met al dat huiswerk nog wel op voetbal blijven? We praatten wat en toen zei ik: vind je het lastig om afscheid te nemen? Is het misschien makkelijker om boos te zijn dan verdrietig als je afscheid neemt?” Hij was een tijdje stil. Ik ook. Toen hoorde ik een snik. “Juf, dit was het fijnste jaar ooit. Wij zijn zo’n fijne klas met elkaar, iedereen is vrienden. En jij bent mijn liefste juf ooit. Het spijt me zo dat ik zo naar deed.”
Toen was het mijn moment om emotioneel te worden. Ik kreeg de tranen in mijn ogen en dat merkte hij. Ik kreeg een onhandige knuffel. Het werd tijd voor een open gesprek met de klas. Een gesprek van terugblikken op al het moois. Op de verdrietige dingen, op de ruzies die geweest zijn waar we nu om konden lachen. We spraken af om over 20 jaar een reünie te houden, in 2033. Het gesprek luchtte op, kinderen begrepen wat er gebeurde, kinderen zeiden sorry, kinderen lachten weer. De lucht was geklaard.
Het afscheid
Bij de musical kreeg ik een bos bloemen: ieder kind had een eigen bloem erin gedaan wat een veldboeket vormde. Aan de bos hing een kaartje met een aapje erop. “Liefs van jouw aapjes en tot in 2033!”. Inmiddels is de helft van de tijd voorbij en werd ik laatst bediend op het terras door een leerling uit deze groep. Na wat kletsen ging ze weer aan het werk en riep: tot in 2033, juf! Het klitten is nooit gestopt… (met dank aan juf Pamela).
Heb jij ook een mooi verhaal over afscheid? Vind je het leuk om te delen? Stuur me je verhaal!
Wil jij nog wat handvatten ontvangen om het afscheid vorm te geven? Download dan nu het gratis e-book afscheid nemen>>>
Met verschillige groet,
Jelly.