Stel je een groep 8 voor. Een deel van de groep is lekker aan het werk is, en een aantal leerlingen niet: Even een praatje maken bij klasgenoot x, even een stomp uitdelen aan klasgenoot y, werk ‘naar geheel eigen keuze’ uit de kast pakken of een klasgenoot lastigvallen op een zeer vervelende manier. Ondertussen is de leerkracht hard aan het werk om ervoor te zorgen dat iedereen met zijn weektaak verder kan.
Groepsmissie
Op de muur hangt de groepsmissie: Wij zijn een hele fijne groep! Uitgesplitst in een paar mooie uitgangspunten:
- Wij gaan voorzichtig met elkaars spullen om
- Wij zijn rustig
- Wij accepteren dat iedereen anders is
- Wij luisteren naar elkaar
- Wij zijn aardig voor elkaar
Hmmm denk ik dan interessant. We hebben een missie, en we hebben bouwstenen, maar wat ik zie gebeuren komt niet overeen met wat er is afgesproken. Hoe wordt hier regie gevoerd op gedrag?
Storming
Het is de vierde schoolweek en je kan concluderen dat de strijd om de macht lekker op gang is gekomen. Hier en daar is het echt herrie in de ten.
Leerkrachten hebben hun handen er vol aan en komen soms ‘ogen en oren te kort’. De groepsmissie is geformuleerd, mooi uitgewerkt in uitgangspunten en deze zijn vertaald in concreet waarneembaar gedrag. De vraag die nu op tafel ligt: hoe gaan wij om met die leerlingen die gedrag laten zien waarvan we eigenlijk met elkaar afgesproken hebben dat we dat niet willen?
In termen van Klasse(n)Kracht: Hoe moeten wij regie voeren op gedrag van kinderen die gewend zijn ‘de baas’ te spelen, die boos worden als ze aangesproken worden, die een ‘ja-maar- tactiek gaan inzetten, zonder een hele negatieve sfeer neer te zetten. Oftewel wat kan ik doen om ervoor te zorgen dat leerlingen het gewenste gedrag laten zien. Straf geeft spanning in de relatie en we zijn nog maar net begonnen aan het opbouwen van die relatie. Ik denk dat dit een punt is waar veel leerkrachten mee worstelen.
Stijl van leiding geven
Laten we eerst een uitstapje maken naar jouw persoonlijk meesterschap. Je hebt vast wel eens van verschillende stijlen van leiding geven gehoord en afhankelijk van de omstandigheden zul je de een of de ander kiezen. Sommige zullen effectief zijn op bepaalde momenten en anderen niet. Als je een clubje hangjongeren ziet staan terwijl je in je eentje in het donker op straat loopt dan kan een vermijdende stijl heel effectief zijn. Even een andere route kiezen om geen confrontatie te hoeven aangaan. Een vermijdende stijl kiezen terwijl iemand over je grenzen gaat is daarentegen geen effectieve stijl. De kans bestaat dat je het lastig vindt om voor jezelf op te komen en dus over je heen laat lopen en dan is het geen effectieve manier. Als je nu denkt aan negatief gedrag van leerlingen of een bepaalde leerling in jouw klas. Wat doe je?
- Kies je er voor het negatieve gedrag te ‘negeren’ omdat je kiest voor een goede relatie? En bepalen leerlingen zelf voor een grootgedeelte wat er gebeurt? Oefen je weinig controle uit en ben ik ook weinig ondersteunend? (Laissez-faire)
- Kies je ervoor om de touwtjes stevig in handen te hebben en krijgen de kinderen niet veel ruimte. Ben je strikt in het handhaven van de regels en bied je de leerling weinig tot geen ondersteuning (autoritaire stijl)?
- Kies je ervoor het negatieve gedrag te ‘negeren’ bijvoorbeeld omdat je weet dat bepaalde kinderen onder zeer moeilijke omstandigheden opgroeien en vergoelijk je hun gedrag (toegeeflijke stijl)? Ben je makkelijk in de omgang maar wel betrokken en ondersteunend?
- Of stel je eisen aan de leerlingen die passen bij de ontwikkelingsleeftijd van de leerling en ben je betrokken bij de leerling en bied je ook voldoende ondersteuning (autoritatieve stijl)
Strijd om de macht
Bij de strijd om de macht moet o.a. de vraag ingelost worden: wie is hier de baas.
De leerkracht moet deze strijd ‘winnen’ en daarvoor is het nodig dat het voor de leerlingen duidelijk is dat ‘erbij horen’ ook een inspanning vraagt. Dat een goede groep zijn, betekent dat je gedrag laat zien dat daarbij hoort. En sommige kinderen hebben daar echt goede begeleiding en ondersteuning bij nodig, maar ook sturing. Alleen is de vraag HOE doe je dat? Welk stijl hanteer jij? En ben je daarin effectief?
Als je kijkt naar het figuur? Waar beweeg jij je op de lijn van Sturing/Controle en Ondersteuning/Betrokkenheid? Waar zou jij de stip zetten?
En is er een verschil wanneer je ontspannen voelt en wanneer de spanning toeneemt in de klas? Waar beweeg je je dan naar toe? En levert dit het gewenste effect op?
En wat doe je als leerlingen zich niet aan de afspraken houden? Of grensoverschrijdend gedrag laten zien? Waar staat dan jouw kruisje op de lijn van veel/weinig controle en veel/weinig ondersteuning. Ben je nog effectief in je leerkrachtgedrag? Of merk je dat je blokkeert? Of schuif je op naar een stijl van leiding geven die niet het gewenste effect geeft? Geen makkelijke vraag… ik weet het. Maar in het kader van het creëren van een sociaal veilig pedagogisch klimaat in je klas wel een hele belangrijke om te stellen.
- Wil je graag tools in handen hebben?
- Goed regie kunnen voeren op grensoverschrijdend gedrag?
- Rust in je klas zodat er optimaal geleerd kan worden.
- Plezier in je werk
- Grenzen stellen en bewaken op een vriendelijke en duidelijke manier
- Kinderen leren om op een goede manier ruzies met elkaar op te lossen
Klik dan hier
Maak er een mooie groep van!
Met een verschillige groet,
Jelly.