Stel je hebt een groep die sterk op jou gericht is. Een groep waarbij op ieder vrij moment, of bij binnenkomst van het lokaal, er onmiddellijk kinderen naar je toe komen die vervolgens van alles aan je willen laten zien of vertellen.

Hoe ga je hier mee om? Spreid je je armen en ga je erin mee of begin je na een paar keer intern te zuchten omdat het je ook belemmert even jou ‘ding’ te doen of merk je dat je daardoor andere kinderen niet meer ziet of…

Relationeel gecentreerd

Als ik bovenstaande hoor, moet ik onmiddellijk denken aan Human Dynamics (zie ook hoofdstuk 5 in mijn boek Klasse(n)Kracht met RESPECT voor de klas. Je zou kunnen stellen dat je hier te maken hebt met een groep kinderen die relationeel gecentreerd zijn. Als je relationeel gecentreerd bent, ben je primair gericht op persoonlijk contact, relaties, verbindingen en communicatie. Je hebt een sterke behoefte om de ander te leren kennen, om te zien maar ook gezien te worden (Bijlsma, 2015). 

Ik herinner me een collega, jaren geleden, die mij vertelde dat ze expres fouten maakte in haar werk omdat de juf dan langskwam. Terwijl als ze geen fouten maakten, dat niet gebeurde. Ze wilde graag door de juf gezien worden, ze wilde contact. Stemt tot nadenken niet? 

Bevestiging

Kinderen die relationeel gecentreerd zijn, hebben een sterke behoefte aan het bevestigen van de relatie. Persoonlijk contact is belangrijk omdat je daarin de betrokkenheid en het contact van de ander kunt ervaren. 

Bovendien zie je soms dat als een paar kinderen dit doen, het andere kinderen ‘aansteekt’ om dit ook te gaan doen. Het kan dan ook een soort cultuur worden van de groep. Als er een bekende volwassene binnenkomt, dan ‘stormen’ we daaropaf en laten we van alles zien en vertellen we honderd uit. Een soort zwaan kleef aan. 

Hoe ga je hier mee om? 

Stap 1: De eerste stap is om kinderen bewust te maken wat ze doen. Op neutrale toon geef je terug wat je waarneemt. En vervolgens vraag je wie dat herkent. En daarop doorvragen. Wat maakt dat je dit graag doet? Heeft iedereen die behoefte? Vertel? Etc. Verzamel ook de verschillen hierin tussen de leerlingen. En aan het eind kun je dan een soort samenvatting geven over wat kinderen in jouw klas prettig vinden.
Dus: er zijn een aantal kinderen die het heerlijk vinden om op school te komen en lekker te gaan lezen. Er zijn kinderen die het heel gezellig vinden om te kletsen met de juf en er zijn kinderen die het fijn vinden om nog een beetje te dromen of te kletsen met degene die naast hem of haar zit. 

Stap 2: Je geeft wat jij er fijn aan vindt en wat jij er niet fijn aan vindt als kinderen in vrije momenten steeds op haar afkomen. En je benoemt de fijne dingen: enthousiasme van de kinderen, fijn dat ze contact willen maken met jou als leerkracht, dat ze graag willen delen met jou wat ze bezighoudt. Vraag ook naar de redenen van de kinderen. Schrijf ze bijvoorbeeld op een lijst op het bord. Daarna benoem je wat er voor jou vervelend aan is: het geeft onrust in de klas, het stopt jou in wat jij aan het doen bent, je hebt daardoor geen oog voor de kinderen die daar geen behoefte aan hebben etc. Vraag ook of ze zich daar iets bij kunnen voorstellen? Ook hier vraag naar de herkenning maar ook ‘voor wie is dat anders’. Houd het vooral neutraal. 

De groep is sterk gericht op mij als leerkrachtStap 3: Vat de behoefte samen die onder het contact maken zit en onderzoek vervolgens met elkaar wat een fijne manier is om contact met elkaar te maken, maar niet elke keer als….
Zo hoorde ik een mooie tip;

Een leerkracht vertelde me dat ’s morgens altijd bij de deur stond om de kinderen te begroeten. En daar waren ook kinderen bij die veel tijd namen om van alles en nog wat te vertellen en wilde knuffelen en dingen aan je wilde laten zien dat er een hele ophoping aan kinderen ontstond. Sommige kinderen glipten gewoon naar binnen omdat die wel zagen dat de leerkracht veel te druk was om ze gedag te zeggen en, terecht, geen zin hadden om zo lang te moeten wachten. Die wilden gewoon lekker aan de slag.

Haar conclusie was dat de kinderen heel graag verhalen wilde delen, aandacht van haar wilden ’s morgens en dus introduceerde ze een thee-tafel. Als je ‘s morgens zin had om lekker even te praten met elkaar dan kon je aan de grote instructietafel gaan zitten om met elkaar te kletsen (later de kletstafel genoemd). 

Binnen no time zaten wel 12 kinderen aan de kletstafel. En deze tafel was vlak bij de leerkracht. Dus terwijl de leerkracht de leerlingen ontving bij de deur kon ze ook contact maken met de kinderen aan de kletstafel. Als er een leerling binnen kwam, ging ik daar direct met mijn aandacht heen. En soms, als de deur om 08.30 uur dicht ging kletsten ze soms nog een paar minuten mee. En daarna startte ze met de les. 

Stap 4: Kies een vorm die uit het gesprek komt en voer daar regie op. Dus op het moment dat kinderen op je af komen kun jij aangeven: Weet je nog wat we hebben afgesproken? Vraagt van jou als leerkracht wel duidelijkheid. Als je namelijk de ene keer wel beschikbaar bent voor een knuffel en de andere keer niet dan hou je het in stand. Dus het vraagt van jou als leerkracht dat je er regie op voert

Mocht jij dit ook aan de hand hebben gehad en een mooie tip hebben, dan hoor ik het graag. 

Ik wens je weer een fijne week met een mooi Sinterklaasfeest!

Met verschillige groet,

Jelly.