De inzet gedurende de eerste weken heeft als doel om samen met de klas de normingfase vorm te geven. Nu kun je jezelf afvragen wat het resultaat is. Komen de informele regels van de groep overeen met de formele regels? Of merk je dat er hier en daar wel sprake is van sabotage gedrag.
Dwarsliggers en ongeschreven regels?
Als je nu kijkt naar je klas, ik ga er even vanuit dat je de afgelopen zeven weken aan de slag bent gegaan met de Gouden Weken of de Kanjerweken of de Krachtpatserweken of de weet ik veel weken 😜, wat is dan nu de stand?
Hoe beoordeel jij nu het pedagogisch klimaat in jouw klas? Op een schaal van 0 – 10 . En hoe beoordelen jouw leerlingen de sfeer in de klas en de omgang met elkaar. (Maak je gebruik van de thermometer?)
- Missie gemaakt?
- Bouwstenen met foto’s?
- T-kaarten waar nodig?
- Bewust regie gaan voeren op het gewenste gedrag en respectvol omgaan met elkaar?
- Grenzen zijn duidelijk
- Ook voor de klas is het helder waar de grenzen liggen
- Aandacht voor energizers
- etc
Stel nu dat er onderweg een leerling een andere koers is gaan varen, eentje die linksaf gaat i.p.v. rechtsaf en die inmiddels ook wat medestanders om zich heen heeft verzameld.
Denk bijvoorbeeld aan een leerling die zich niet houdt aan gemaakte afspraken en duidelijk laat merken dat hij dat ook niet van plan is. Ondertussen oogst hij ontzag bij een groep kinderen, maar ook irritatie en angst bij anderen. Kinderen die veel ruimte innemen, zijn vaak kinderen die imponeren, waar andere kinderen bang van (kunnen) worden. Want ja als je iets doet wat mogelijk niet in het straatje past van deze leerling zou je wel eens wat over je heen kunnen krijgen. Of je hebt ontzag omdat hij dingen durft die jij niet durft en wil dus graag bij deze leerling horen.

Ongeschreven regels geeft gedoe
Ongeschreven regels kunnen een hoop gedoe met zich meebrengen. Als ze positief zijn, oefenen ze een positieve invloed uit op het pedagogisch klimaat, maar als ze negatief zijn oefenen ze een negatieve invloed uit op het pedagogisch klimaat.
Drie leerlingen die een bondje met elkaar hebben en de klas opstoken om op een afgesproken tijdstip naar het toilet te gaan of een polonaise te starten. Leerlingen die door de klas blijven roepen als de leerkracht een vraag stelt en daar niet mee wenst op te houden, kinderen die andere dingen doen dan de bedoeling is en zich daar niet op laten aanspreken.
Waar wijst dit gedrag naar toe?
Wat is de boodschap die kinderen willen uitzenden met hun gedrag? Is het om indruk te maken op anderen? Is het een strijd om de macht met de leerkracht? Is er sprake van concurrentie? Is het om verveling tot uitdrukking te brengen? Is het ontwijkgedrag omdat de stof te moeilijk is? Wat speelt er tussen de leerlingen onderling? Sluit de leiderschapsstijl van de leerkracht wel aan bij de groep? Zijn de verwachtingen wel helder?
Groep 8
Afgelopen week was ik in gesprek met een leerkracht en intern begeleider over een groep 8. Hierin zitten drie jongens die het met elkaar erg naar hun zin hebben. Heel duidelijk ook te zien op het Sociogram. Een kliekje wat zich volledig richt op elkaar en nauwelijks belangstelling lijkt te hebben voor de anderen in de groep. Er hangen nog een paar meiden omheen en de rest van de klas heeft zich van hen afgekeerd. De positieve keuzes die gegeven worden gaan over en weer naar deze zes kinderen. De negatieve keuzes komen van de rest van de groep.
De rest van de klas irriteert zich aan hun gedrag. Klas spreekt ze er niet op aan, kiezen duidelijk voor een vermijdende strategie, keren hun rug toe en verduren het ongemak. Er wordt één leerling gepest. Er gebeuren gemene, geniepige dingen waar de vinger lastig achter te krijgen is.

As je nu naar het gedrag kijkt, waar wijst dit gedrag dan naar? Het zou kunnen wijzen naar:
- onderlinge machtsverhoudingen
- behoefte aan erkenning, gezien willen worden
- aan of afwezigheid van de onderlinge cohesie
- onderlinge betrokkenheid; aan- of afwezigheid van wederzijdse sympathie
- groepsnormen en je wel of niet conformeren aan deze normen
- …
Aan de slag met Klasse(n)Pad
Het lijkt erop dat er een kleine groep en een grotere groep is met ieder hun eigen groepsproces. In beide groepen wordt het erbij horen op een andere manier vormgegeven. De vraag die bij me opkomt is: Wie wil je zijn? Met wie identificeer je je? Hoe wil je gezien en ervaren worden door de ander? Moet je stoer zijn? Mag je kwetsbaar zijn? Wat maakt dat het je niet interesseert hoe een ander zich voelt? Is dat onvermogen of nog iets anders?
We analyseren het sociogram, brengen de rollen in beeld, maken kernkwadranten. We geven taal aan het onderwaterprogramma van deze groep. Welke thema’s worden zichtbaar? We maken een plan. Het is een boeiende casus. Krijgen we deze dynamiek gekeerd? Wordt vervolgd!
Na de eerste fase van groepsvorming volgt nu de fase waarin duidelijk wordt hoe de norming de afgelopen weken verlopen is. Hoe zijn de onderlinge verhoudingen? Wat laat het Sociogram jou zien? Heb je kliekjes in de klas? Zijn ze positief of vormen ze een front?
Merk je dat er van alles speelt? Wil je er dieper induiken maar weet je niet goed hoe? Worstel je met gedoe in je groep? Zoek je naar handvatten? In de tweedaagse Klasse(n)Pad leer je de thema’s van je groep herkennen en begeleiden. Klik hier als je er meer over wilt weten.
Ik wens je een fijne week en een mooie volgende periode: van storming naar performing.