Het onderwaterprogramma van een groep gaat over ongeschreven regels. Codes die niet formeel zijn afgesproken maar die ontstaan in de dagelijkse omgang met elkaar. Meestal bepaald door de informele leiders. Zijn dit positieve leiders dan zijn de ongeschreven regels vaal positief. Maar zijn dit negatieve leiders dan kun je te maken hebben met een fikse onderstroom.
Een leerkracht stuurde mij een mail met het volgende: “Binnen onze innovatie hebben de kinderen geen vaste plek meer. Ze pakken als ze ’s ochtends binnenkomen hun werkbak en zoeken een plekje om te gaan zitten. Eigenlijk houd ik veel meer van structuur, maar ja……soms moet je dingen gewoon uitproberen. Mijn duo en ik hebben dit nu 4 weken gedaan, maar wij vragen ons af of we slim bezig zijn. Uit het sociogram blijkt dat er 1 meisje echt verstoten wordt door de groep.
Hoe is het voor haar om elke ochtend te zien dat haar plekje het langste leeg blijft? Heb jij hier een mening of advies over? Ik ben erg benieuwd. Ik heb tegen onze directeur verteld dat ik geen flexibele plekken wil, maar hij is het oneens met mij”.
Het onderwaterprogramma van een groep
Bij de start van het jaar heb je met de groep mogelijk een missie gemaakt. De afspraken die daar uit voortgekomen zijn, hebben jullie vertaald in concreet waarneembaar gedrag. Misschien is het wel ‘In groep 5 word je blij, want iedereen hoort erbij’. Gedrag wat we zien en de dingen waar we met elkaar over praten zitten in het bewuste van de groep; de bovenstroom. Maar in de omgang met elkaar gebeurt er meer. Er gebeuren ook minder fijne dingen, dat zijn ‘de ongeschreven regels’ in een groep. Ongeschreven regels reguleren het gedrag. Het zijn de do’s en de donuts. Ze ontstaan in de omgang met elkaar. Dit noemen we het onderwaterprogramma van een groep. Kinderen doen over het algemeen iets om erbij te horen. Als iets positief ontvangen wordt, dan zul je het vaker doen, wordt het afgewezen dan dooft dit gedrag weer uit. We noemen dit de wet van het effect. Zo kan ‘de lieve vrede bewaren’ een ongeschreven regel zijn, clownesk gedrag, brutaal gedrag etc.
Zichtbaar maken wat je waarneemt
Hoe kun je nu werken met het onderwaterprogramma? De eerste stap is zichtbaar maken,. hardop uitspreken wat je waarneemt. Met je waarneming breng je dat wat jou opvalt in het bewustzijn van de hele groep. Je kan in dit geval starten met de vraag hoe de klas het ervaart om niet een vast plek te hebben en de antwoorden steeds te verspreiden.
Groepsmissie
De Onderstroom
- Wat gebeurt er volgens jou in de onderstroom van jouw groep?
- Welke patronen zie jij?
- Welk gedrag zie jij bij kinderen in hoe ze onderling met elkaar omgaan en met elkaar communiceren?
Bij ons op school zijn ook geen vaste plaatsen meer. Wij laten het digibord elke week of elke 2 weken automatisch een opstelling maken. Misschien ook handige tip?
Hoi Jeanet, Ja dat kan natuurlijk ook. Dan word er voor hen gekozen. Wat ik op zich wel mooi vindt aan zelf kiezen is dat er daardoor thema’s zichtbaar worden waar de groep met elkaar over in gesprek kan gaan. Dus ipv het probleem uit de weg gaan, het probleem juist opzoeken om daar weer van te leren. Afhankelijk van groep, fase en ontwikkeling.
groet, Jelly
Jelly, altijd weer een feest om je blog te lezen. Ik zie mezelf zulke gesprekken wel voeren met klassen, heb dat ook wel gedaan. Maar dit jaar heb ik een groep 3/4 met een korte aandachtsspanne, die graag praat maar niet zo goed is in luisteren en inleven. Het uitvragen wat je hierboven beschrijft, zou de helft van de klas missen. Het luisteren duurt hen te lang. En voor een groep 3/4 is 5 a 10 minuten misschien al wel heel goed. We doen veel luisterspelletjes met ze en benoemen en belonen goed luistergedrag. Het helpt ons kleine stapjes voorwaarts. Maar hoe nu (de stap naar) de klassecultuur met hen te bespreken (te maken) zodanig kort en lang dat de meesten het kunnen volgen en er echt ook tijd is om te zoeken naar gezamenlijkheid?
Hoi Geertrui, Dat klinkt heel goed wat jullie doen! Wat je zou kunnen doen is de vraag stellen maar de kinderen laten opstaan. Voorbeeld: wie vindt het fijn om zelf te mogen kiezen waar hij in de klas gaat zitten. Ga maar staan als je het fijn vindt. Het voordeel daarvan is dat je meteen ziet welke kinderen het ergens mee eens zijn en welke niet. Dan vraag je aan een leerling wat hij.zij er fijn aan vindt. Dan verspreid je de vraag. Wie herkent dat? Ga maar staan als je het herkent. En wie vindt iets heel anders? Wie herkent dat? Ga maar staan. Zo staat niet zo zeer het luisteren centraal maar het bewegen. Ik hoor graag je ervaring :).
groet, Jelly.