De afgelopen weken heb je hard gewerkt aan het neerzetten van een prettige sfeer in de groep. Je hebt samen met de klas de missie en de afspraken gemaakt, regie gevoerd op het bijbehorende gedrag, T-kaarten gebruikt omdat je daarmee kinderen bewust maakt van het wenselijke gedrag. Toch valt je op dat stoer gedrag ‘populair’ is, dat dit een ongeschreven dominante norm lijkt te worden. Je ziet dat er steeds meer kinderen zijn die machogedrag gaan vertonen en je merkt ook dat niet alleen jij er last van hebt.

 

Machogedrag…wat is dat eigenlijk? 

Ik raadpleeg mijn grote vriend google: Macho is Spaans voor “mannetje”. “Een overdreven zelfbewuste man”. Man die zich stoer gedraagt. Alfa-man. Bink. Haantje. Haantjesachtig.  Man die veel waarde hecht aan zijn ego. Man die zich overdreven mannelijk gedraagt. Man die zich stoer gedraagt. Overdreven mannelijk gedrag. Overdreven stoer. Stoere man …”

 

Wat duidelijk wordt is dat in de omschrijving het gedrag gerelateerd wordt aan gedrag van mannen. Terwijl er natuurlijk ook vrouwen/meisjes zijn die stoer gedrag laten zien. Net zo goed als dat jongens heel stiekem kunnen zijn. Maar dat is even een ander verhaal. Op basis van bovenstaande definities kunnen we stellen dat een machocultuur iets is waarbij we veel haantjesachtig gedrag zien, veel stoer gedrag.

Machocultuur

Als we de omschrijving pakken van “een overdreven zelfbewust man”, dan zou je kunnen zeggen dat als je een machocultuur ervaart in je klas, je mogelijk relatief veel kinderen in je klas hebt die ‘overdreven zelfbewust’ zijn. Het is een te veel van het goede. Een te veel van een mooie kwaliteit; nl. zelfbewustheid. 

Zelfbewuste kinderen en volwassenen zijn prachtig. Maar de kracht van deze kwaliteit is vooral zichtbaar als deze kwaliteit in balans gehouden wordt door zijn tegenhanger Kwetsbaarheid. Je zou dus kunnen stellen dat deze kinderen hun kernkwaliteit nog niet helemaal onder controle hebben. Overigens kan ook het omgekeerde aan de hand zijn. Sommige kinderen zie je heel stoer gedrag vertonen om iets anders te verbloemen. Dat noem je maskergedrag.

 

klassenkracht-blog-groep-8-aan- de-macht

Kernkwadranten

Als je dit wegzet in een Kernkwadrant (Ofman) ziet het er als volgt uit. (zie afbeelding)

Op basis van onze ervaringen ontwikkelen we al op hele jongen leeftijd theorieën en oordelen over de wereld om ons heen. Interessant is de vraag wat jouw ervaringen zijn met zelfbewustheid of arrogantie. En welke theorie/oordelen jij hierover gevormd hebt en hoe dit doorwerkt in jouw reactie op dit gedrag.

Nu zijn de meeste leerkrachten vrouwen, dus de kans is groot dat je ergens in je leven te maken hebt gehad met ‘haantjesgedrag’ of ‘stoer-doenerij’. En heb je daar een overtuiging over opgebouwd.

Overtuigingen worden verhalen in ons hoofd. Het is onze motor achter ons gedrag. Hoe reageer je op ‘haantjesgedrag’ of ‘stoerdoenerij’. Kun je vanuit een neutrale positie het onderzoek aangaan met de klas? Of veroordeel je het en uit je vooral je ongenoegen hierover aan de klas en wordt het onbedoeld daardoor juist interessanter voor leerlingen?

Stoer doen is meestal kopieergedrag. In de zoektocht naar wat moet ik hier doen om erbij te horen, wordt het gedrag van de leerling die de meeste invloed heeft in de klas overgenomen. 

“Groep 8 aan de macht”

Een leerkracht vertelde me dat de jongens in haar groep 8 vooral ‘cool’ willen zijn.  Bij het maken van de missie riep de groep onmiddellijk: “Groep 8 aan de macht”. Ik moest onmiddellijk denken aan een traject dat ik jaren geleden in Deest heb gedaan. En nu speelt exact dit thema in Amsterdam. De leerkracht stelde haar oordeel uit vroeg door:

OK, vertel eens welk gedrag hoort daarbij?

  • Ja, dan zijn wij de baas
  • Dan mogen wij alles bepalen
  • Moeten de kinderen uit de lagere groepen doen wat wij zeggen
  • Etc.

Fijne groep?

De leerkracht vroeg: “Hoe zou je je voelen in zo’n groep?” De kinderen keken naar het bord en er kwam tegengeluid. Het zag er blijkbaar toch niet zo gezellig uit.

Je had dit natuurlijk als leerkracht ook meteen kunnen afschieten en dan was dit verlangen ondergronds gegaan. Door het gesprek erover aan te gaan, het te onderzoeken, kwam dit bewustzijn vanuit de kinderen zelf. Ze zagen zelf in dat dit niet ging resulteren in een fijne groep. Dus je zou kunnen zeggen dat op deze manier groep 8 aan de macht was, maar uiteindelijk op een positieve manier wink.

De basis is gelegd. Als het goed is heb je de eerste pijler van de RESPECT-aanpak handen en voeten gegeven. Nu komt het moment om te onderzoeken hoe kinderen zich voelen bij jou in de klas? Hoe zijn de posities verdeeld? Hoe is de balans tussen ruimte nemen en ruimte geven? Mag iedereen er zijn? Heeft iedereen een plek? Welke instrumenten zet jij in om dit in kaart te brengen?

Met een verschillige groet,

Jelly Bijlsma

P.S. Wil je bewust aan de slag met Erbij Horen? Wil je zicht krijgen op jouw normdrager(s) in de klas en de impact die dat heeft op de rest van de klas? En wil je weten hoe je dit positief kunt beïnvloeden?  Klik dan hier.