Een gesprek op voeten? Ken je dat? Het is een gesprek maar dan staand en lopend. De afgelopen weken heb ik al een paar keer geschreven over de Stormingfase. Een intensieve fase waar veel gebeurt en wat ook wel de nodige kennis en vaardigheden vraagt van jou als leerkracht. 

Stormingsfase
Vanuit ‘de-kat-uit-de-boom’ kijk fase belandt de groep in de Stormingfase. De belangrijkste vragen die uitgekristalliseerd moeten worden zijn: Wie is hier de baas? Wat moet ik doen om erbij te horen? Hoe ben ik veilig? Het is de fase waar de pikorde bepaald moet worden. In welke mate kan ik invloed uitoefenen en in welke mate moet ik me aanpassen? Deze fase kan stormachtig zijn, ruziemakende kinderen, het hoort erbij. Het is nodig om te onderzoeken met elkaar wat wel en niet passend is in deze groep.

Stormingfase en ruzie 

Dit gebeurt er ook in een groep als ervan bovenaf wordt opgelegd hoe er met elkaar omgegaan moet worden. Dan gaat dit gedrag onder water. Soms is er een regel in de klas: ‘Wij maken geen ruzie met elkaar’. Wat doen we dan als we het niet met elkaar eens zijn? Of wanneer iemand iets doet wat ik helemaal niet leuk vindt? Of wanneer iemand voor mij wil bepalen wat ik wel of niet moet gaan doen? Precies…dat werkt niet. 

Ruzies zijn belangrijk. Sterker nog zonder openlijke ruzies kun je ervan uitgaan dat het gedoe onder water belandt. Help kinderen om goed ruzie te maken. Ruzie is in feite een ontmoeting op de grens. Ik vind dit en jij vindt dat. Hoe los je dit op een goede manier met elkaar op? Dat is wat de groep heeft te leren. Hiervoor kun je gebruik maken van het STORM-kaartje, maar natuurlijk kan elke andere oplossingsstrategie om kinderen te leren conflicten/problemen op te lossen gebruikt worden.

 

“Vrede is het voortdurend oplossen van conflicten”

-Jitske Kramer-

Vrede

Het is bijzonder om je te realiseren dat vanuit de behoefte aan vrede we het conflict niet aan willen (of durven) gaan en daarmee leggen we juist de voedingsbodem voor conflicten…

Voor leerkrachten erg belangrijk om te begeleiden. Niet om zelf centraal te staan en te bepalen wat wel en niet mag. Ga je zelf maar na. Wat gebeurt er als jouw directeur of jouw collega bepaalt dat jij vanaf morgen x of y niet meer mag doen. Wat doe je dan? Ga je het doen omdat je de harmonie niet wilt verstoren en pas je je aan? Ga je het juist helemaal niet doen omdat jij je niet laat vertellen wat je wel of niet ‘moet’ doen? Ga je het doen als niemand kijkt? Ga je achter zijn of haar rug om roddelen over dit ‘onzinnige’ idee.

Opstand

Ik moet denken aan een klas waar kinderen in ‘opstand’ kwamen omdat een leerling een rondje in de school mocht lopen om tegemoet te komen aan zijn bewegingsonrust. Je zou kunnen zeggen dat de norm in deze groep is: “We zijn allemaal hetzelfde en moeten allemaal op dezelfde manier behandeld worden”. 

Stel dat je nu het gesprek voert met de klas: ‘vinden we dat iedereen in onze klas op dezelfde manier behandeld moet worden?’ En je zou alle kinderen laten zeggen wat er te zeggen valt. De uitnodiging is dat iedereen zijn gedachten daarover mag geven. Dat je elkaar laat uitpraten en dat er geen discussie is. Jij als leerkracht neemt een neutrale positie in. Je maakt je los van je eigen idee. Je wilt alle invalshoeken op tafel krijgen, ook die niet van jou zijn.

Als iedereen geweest is vat je samen wat je gehoord hebt. Niet herhalen wat die en die gezegd heeft, maar je koppelt terug wat er allemaal leeft in de groep. Neutraal. Door dit gesprek verzamel je actief de verschillende invalshoeken die er zijn. Omdat iedereen uitgenodigd wordt iets te zeggen, zonder dat er een discussie is, creëer je de veiligheid om niet uitgelachen te worden of wat dan ook.

Gesprek op voeten 

In de opleiding hebben we het gehad over het voeren van een gesprek op voeten. Een gesprek op voeten is een werkvorm waar je alle invalshoeken verkent die er leven in de groep over een bepaald onderwerp. Er ligt een vraag of een thema in het midden en als je daar iets over wilt zeggen dan stap je naar voren. Ik kom naast je staan en vraag: wie zich hierin herkent gaat achter X staan.  (Leerlingen die het eens zijn met wat er gezegd wordt, gaan dan achter X staan). Je doet één uitspraak per keer. Je zegt wat je vindt en stelt geen vragen. En je mag jezelf tegenspreken. 

Enthousiast 

Ik kreeg een enthousiaste app van een Specialist in opleiding die het met haar groep heeft gedaan. Met haar groep verkende ze het de eindmusical.
“Alle kinderen kregen de kans om hun mening te geven. Na afloop gaven ze aan dat ze het fijn vonden dat ze allemaal aan de beurt kwamen en dat er naar alle meningen geluisterd werd. Ook voelde het prettig voor ze dat er anderen achter een kind ging staan. Eindconclusie van het gesprek op voeten: Zo willen we alle problemen wel oplossen”.

Heb mooie gesprekken met je groep! Wees zelf vooral neutraal en ga op zoek naar zoveel mogelijk invalshoeken. 

Met verschillige groet,
J
elly