Er moet me iets van mijn hart. Ik hoor namelijk de laatste tijd steeds vaker verhalen van leerkrachten die wanneer ze te maken krijgen met een ‘moeilijke’ groep met een kluitje het riet in worden gestuurd. De ergste variant vind ik dat de ‘moeilijke’ groep gezien wordt als een jaartje ‘effe doorbikkelen’. Of dat het advies voor leerlingen met een grote mond is: hard aanpakken, straffen, duidelijk maken dat we zo niet met elkaar omgaan. Alsof ze daar ook maar iets van leren.

En hetzelfde geldt voor de leerkracht. Die heeft namelijk alles al geprobeerd wat in zijn of haar mogelijkheid lag. Hoe bedoel je ‘effe doorbikkelen’. Of wat een leerkracht me laatst schreef nadat ze de basistraining Klasse(n)Kracht had gevolgd:

“Ik had gewild dat ik deze training vorig jaar had gedaan, het had me enorm geholpen met de groep die ik toen had”.

En leerkrachten: laat je niet met ‘effe doorbikkelen’ adviezen wegsturen.  Je hebt wel iets nodig namelijk een ander perspectief om naar de situatie te kijken, andere kennis en vaardigheden. Als je wist wat je moet doen om een groep op de rails te krijgen dan had je het al lang gedaan.  En dan begin ik maar niet over startende leerkrachten die voor de meest moeilijke groep worden gezet omdat niemand wil. Hoe bedoel je??? 

Ik luisterde vorige week naar de Podcast Over spreken Gesproken 22 met Gabriel Anthonio, bijzonder hoogleraar in de sociologie van leiderschap. Hij vertelt hierin een verhaal over zijn zoon Mahil die een verstandelijke beperking heeft en autistisch is en ergens besloot om lekker met hem naar buiten te gaan om te wandelen in het bos. Het was mannenweekend. 

Doe Normaal

“Ik kleedde m’n zoon aan. Hij was 6 jaar toen. Jasje aan, sjaal om, muts op, wat een gedoe en dan nog die laarzen…flink duwen op die knietjes van hem.. plop, plop twee laarzen aan. Ik m’n laarzen aan, het was een beetje regenachtig. We gingen lekker in het bos wandelen.” En terwijl ze in het bos zijn ziet Gabriel dat zijn zoon achterstevoren gaat lopen. Een van zijn kernwaarden is normaal doen, wat voor hem o.a betekent dat je als ouder zo normaal mogelijk met je gehandicapte kind omgaat.

Maar dat ‘normaal doen’ kwam in geding toen hij zijn zoon achterstevoren zag lopen. Gabriel vertelt dat hij Mahil duidelijk probeerde te maken in gebarentaal dat hij normaal moest lopen. Dit herhaalde zich een paar keer en uiteindelijk was hij er helemaal klaar mee. Onder het mom ‘dit is toch niet normaal ‘nam hij zijn zoon geërgerd mee naar huis.

“Ik deed zijn jas uit, z’n sjaal af , zijn muts af en zijn laarzen uit. En toen deed ik m’n hand in die kleine laarsjes en toen bleek er in beide laarzen twee wollen proppen sokken voorin te zitten…Ik deed zijn sokjes uit en al zijn kleine teentjes hadden zo’n wit streepje boven de nagel. Hij had pijn aan zijn tenen. En hij liep achterstevoren op zijn hakken met z’n teentjes omhoog om zo min mogelijk pijn te voelen. Hij kon niet aan mij duidelijk maken dat hij pijn had. En ik bleef maar aan zijn schouders rukken dat hij normaal moest doen.”

Het leven praat terug 

En hij zegt hier vervolgens over: “Soms praat het leven terug. Soms zitten we zo gevangen in ‘hoe het hoort’ dat we vergeten om echt contact te maken. Dit resoneerde enorm in mij. Ik kom veel op scholen met ‘moeilijke’ groepen. Daar lopen veel kinderen achterstevoren. Net als in het verhaal van Gabriel hebben veel kinderen (mensen) pijn in hun voeten. En zijn we bereid om contact te maken met de pijnlijke teentjes van de ander om vanuit dit contact de verbinding te maken met het waarom. Waarom reageert de ander zo op z’n omgeving?

In het werken met ‘moeilijke’ groepen gaat het ten diepste om de vraag of je bereid bent om door het gedrag heen te kijken, om er net even voorbij te kijken, eigenlijk contact te maken met de pijnlijke teentjes van de ander. Om vanuit dit contact op zoek te gaan naar waar het wringt om van daaruit samen op te trekken en te bouwen. En wanneer je merkt dat het je niet lukt om wat voor reden dan ook, er hulp bij te vragen. Een pittige groep vraagt om contact en verbinding, niet om ‘effe doorbikkelen’. 

Oproep aan leidinggevenden

Ben jij bereid om contact te maken met de pijnlijke teentjes van de ander. Om vanuit het contact en de verbinding met de ander op zoek te gaan naar waar het wringt om van daaruit de volgende stap te maken. Samen. En ben je hierin bereid om de ander echt te begrijpen. Kun je jouw eigen verhaal, jouw oordeel aan de kant schuiven en je helemaal verbinden met het verhaal van de ander? 

Stuur leerkrachten niet weg met de opmerking ‘effe doorbikkelen maar dit jaar’, maar bied ze een traject aan waarbij ze kunnen leren welke vaardigheden (en soms kennis en attitude) er nodig zijn zijn om regie te leren voeren op een dynamische klas. En het fijne is, als je eenmaal weet hoe het werkt, ga je het nooit meer anders doen. Als kinderen niet met buikpijn naar school hoeven gaan, niet voortdurend alert hoeven te zijn omdat er iets onverwachts kan gebeuren, als kinderen leren hoe ze het fijn kunnen hebben met elkaar, komen ze ook tot betere leerprestaties. Als een leerkracht met plezier naar school gaat, ’s nachts lekker kan slapen, zich competent voelt, niet met pijn in de buik naar school hoeft, komt de leerkracht tot betere werkprestaties. En wat dacht je van blije ouders? Ik zou zeggen Win-Win-Win. Alsjeblieft investeer in het goud wat je in je handen hebt.

Zo…dat moest me even van het hart. Ik wens je weer een hele fijne week!

met een verschillige groet,

Jelly.