Een tijdje geleden las ik een ingezonden stukje in de Volkskrant. De kop was ‘niet alles hoeft met een diploma te worden beloond’. Vervolgens las ik er een vermakelijk stukje over:  Diplomatisering van kinderen Met elk plasje of poepje op de wc wordt een sticker verdiend met uiteindelijk een diploma als ultieme beloning. Tijdens het familieweekend kreeg mijn zoontje een oudhollands Spelletjes diploma, vlak erna behaalde hij zijn derde pietendiploma, na een kort gymlesje op school. Nog geen week later kwam mijn dochter thuis met een kunstenaarsdiploma, na het fabriceren van een impressionistisch vingerverf geklieder en zo noemt de schrijver nog een ponydiploma, een oerrrrrr diploma, een bioscoopdiploma en ga zo maar door. De schrijver vreest voor een generatie die het vanzelfsprekend vindt dat je voor elke scheet een certificaat krijgt in plaats van moeite te doen.

Beloningskaartjes 

Zo was een van de specialisten op een school waar ze werken met een SEO-programma waar complimentenkaartjes verdiend kunnen worden. Uitgangspunt hierbij is dat kinderen gemotiveerd worden voor goed gedrag als ze daarvoor beloond worden.  De kinderen kunnen de hele dag door complimentenkaartjes verdienen: in de klas, op de gang, bij de gym. Bij 10 kaartjes mogen ze de kaartjes inruilen voor een beloning. Voor het verzamelen van de kaartjes was veel enthousiasme. De kaartjes werden zelfs al uit de la van de juf gejat om maar zoveel mogelijk kaartjes te kunnen inruilen 🤔. Ik vraag me meteen af…stel ik heb een behoorlijke dominante positie in de klas, zou ik dan de kaartjes opeisen van mijn klasgenoten…

Drive

Ik las in deze periode het boek Drive van Daniel H. Pink. Een boek over motivatie. En ik las daar een heel stuk over drijfveren voor gedrag. Op de vraag wat motiveert ons als mens, zijn er heel lang twee drijfveren gezien als motor voor ons gedrag: 

  • Zo is het straffen en belonen één van de drijfveren om gedrag te motiveren of te vermijden. 
  • De andere drijfveer is meer biologisch van aard en heeft te maken met honger, dorst en voortplanting. 

Harlows Puzzel

diplomatisering van kinderenOp een dag, ergens in 1949 verzamelde Harlow en nog twee collega’s, acht resusaapjes voor een twee-weken experiment. Ze ontwikkelde een simpele puzzel (zie plaatje). Ze plaatsten het als experiment in de kooi en observeerden de reactie van de aapjes, ook om ze voor te bereiden op het experiment. Tot hun verbazing begonnen de apen meteen te spelen met de puzzel. Ze deden dit met een zekere focus en vastberadenheid en ze begonnen te ontdekken hoe de puzzel werkte. Tegen de tijd dat Harlow de apen testte op dag 13 en 14 waren ze behoorlijk snel in het oplossen van de puzzel. Dit bevreemde de onderzoekers want niemand had de apen geleerd hoe ze dit moesten doen. En ook hadden ze nergens een beloning voor gekregen om dit gewenste gedrag te laten zien 🙄. Harlow’s puzzle in the starting (left) and solved (right) positions.  Het kon niet anders dan dat er nog een andere drijfveer bestond, deze werd intrinsieke motivatie genoemd. Dus dat je iets doet omdat je dat zelf graag wilt. Een tijd lang werd hier weinig aandacht aan besteed, maar twee decennia later pakte Edward L Desi deze onderzoeksresultaten weer op en begon het onderwerp verder te bestuderen. 

Experiment met peuters

Zo is er een experiment gedaan met peuters. Drie onderzoekers observeerden verschillende dagenlang een klaslokaal met peuters en identificeerden de kinderen die er in hun ‘vrije speeltijd’ voor kozen om te tekenen. Vervolgens werd er een experiment opgezet om te kijken wat er zou gebeuren als de kinderen werden beloond voor een activiteit die ze duidelijk heel leuk vonden om te doen.  De eerste groep werd verteld dat als ze een tekening gingen maken dat ze een beloning zouden krijgen, een speeldiploma met blauw lint en hun naam erop, de tweede groep kreeg een onverwachte beloning (dus niet van tevoren aangekondigd) en de derde groep kreeg geen beloning. Het effect na verloop van tijd was dat de eerste groep minder belangstelling kreeg voor tekenen, terwijl de tweede en de derde groep met nog net zoveel enthousiasme tekende als daarvoor.  Conclusie: voorwaardelijke beloningen met een als… dan… hebben op de langere termijn een negatief effect op de intrinsieke motivatie. De uitleg was: Voor-als-dan beloningen moeten mensen een deel van hun autonomie opgeven. Spel verandert in werk en dat doet blijkbaar iets met de intrinsieke motivatie. Zou dit de reden zijn dat je puber een rijbewijs in het vooruitzicht stellen als ze niet beginnen met roken niet lukt 😃

En geld?

Ook werden er onderzoeken gedaan waarbij er geld gebruikt werd als externe beloning voor een activiteit. Ook hier verloren de proefpersonen hun intrinsieke belangstelling voor die activiteit. Niemand verwachtte dat beloningen een negatief effect zouden kunnen hebben. 

Een boete dan?

Nog een Eyeopener: In het boek lees ik over een kinderdagverblijf die graag wilde dat de ouders hun kinderen op tijd kwamen ophalen. Nu waren er steeds ouders te laat met als gevolg dat sommige leidsters langer moesten blijven. In een brief hadden ze ouders dit uitgelegd en verzocht om op tijd hun kind te komen halen. Dit maakte een klein verschil maar het probleem was nog niet opgelost. Daarom besloten ze om een boete uit te delen aan de mensen die te laat kwam. Het effect was niet dat de ouders hun kind op tijd kwamen halen, nee sterker nog het effect was dat steeds meer ouders te laat kwamen. Want met de boete ‘kochten’ ze eigenlijk extra tijd. Deze negatieve incentive had dus niet het gewenste resultaat. 

Beloningsysteem

Als ouders gebruikten wij beloningssystemen. Onze oudste had bijvoorbeeld moeite met op tijd naar school gaan. We tekenden samen 28 vakjes en elke keer als het haar lukte om op tijd klaar te zijn tekende Dick een smiley. Het leuke was dat hij elke keer een andere smiley maakte. Ik zie het nog voor me, de blijdschap dat het haar gelukt was en de opwinding wat gaat het dit keer worden. En na 28 vakjes kreeg zij dan bv de nieuwste cd van kinderen voor kinderen. Ik weet eigenlijk helemaal niet of dat laatste zo nodig was. De momenten samen met haar vader voor dat papier in afwachting op de tekening die ging komen was volgens mij nog veel meer waard. Het mooie was dat meestal na 28 dagen het gedrag wel ingesleten was en het ‘gewoon’ was. Dus deze vorm van als…dan… heb ik als heel succesvol ervaren.  Misschien wel een leuk onderwerp om eens met je klas of met je collega’s te bespreken. Hoe kijk je naar beloningen, wat zijn je ervaringen, waar kan het ondersteunend zijn en waar breekt het misschien eerder iets af? 

Ik wens je een fijne week!

Met verschillige groet, Jelly.

Bron: Drive van Daniel H. Pink