En? Hoe was de eerste kennismaking met je klas? Is het nog lekker rustig in je klas? Merk je de fase van de kat uit de boom kijken op, of stappen sommige kinderen al meteen vol in de strijd zodat het maar duidelijk is met wie je te maken hebt? Het is in ieder geval duidelijk wie probeert om de hoogste positie op de rots te bemachtigen.
Als je de missie gemaakt hebt vorige week, is het nu tijd voor de volgende stap. Het vertalen van de missie in de bouwstenen. Als dit is wat we met elkaar willen bereiken. Wat zijn dan belangrijke afspraken die we met elkaar moeten maken? Ook hier laat je kinderen met elkaar nadenken over de dingen die belangrijk zijn. Dit kun je heel goed doen m.b.v. de werkvorm: de placemat (zie ook hfst 6 in het boek Klasse(n)Kracht: met RESPECT voor de klas -nieuwe versie).
Realiseer je dat je met het maken van de missie en de bouwstenen je alleen nog maar een wens geformuleerd hebt. Dit is wat de klas graag wil met elkaar. Dit betekent niet dat het ook meteen zo gaat gebeuren. Dit is het verlangen van de groep, dit willen ze graag met elkaar, maar daar hebben ze wel hulp bij nodig. Dit is het werk wat de komende periode gedaan moet worden. In feite de kern van de gouden weken. Hoe doe je dat met elkaar, een fijne klas worden? Maar dat komt later. Eerst de bouwstenen.
Bouwstenen maken
Je verzamelt de afspraken die de kinderen met de placemat werkvorm gemaakt hebben op een groot vel papier. Geef alle kinderen drie stickers en vraag ze de sticker te plakken bij de 3 belangrijkste afspraken. Als alle kinderen dit gedaan hebben, zie je dat de vier of vijf belangrijkste bouwstenen naar boven drijven. Die vier of vijf schrijf je over.
Let op: verwoord de bouwstenen positief. Du het gaat er niet om wat we niet doen. Het gaat erom dat we focussen op wat we wel doen.
Concretiseren van de bouwstenen
De basis is nu gelegd. De komende weken kun je nu de afspraken verder concretiseren.
Bijvoorbeeld als je de bouwsteen: we zijn aardig voor elkaar hebt, dan is de vraag:
- Hoe ziet dat eruit?
- Hoe klinkt dat?
Voor wie bekend is met T kaarten, maak een T-kaarten bij elke bouwsteen (zie ook hoofdstuk 6 in het boek). Laat de kinderen er zelf foto’s bij maken. Dit helpt om te snappen welk concreet waarneembaar gedrag er hoort bij de afspraken. En het helpt jou ook om te observeren welke afspraken kinderen nog lastig vinden. Meestal is dat een signaal dat de vaardigheden die nodig zijn nog niet voldoende ontwikkeld zijn.
Het Jonge Kind
Voor kleuters is er een heel erg leuk prentenboek wat je kunt gebruiken bij het maken van de bouwstenen:
Juf Knotje gaat naar school.
Juf Knotje is nieuw op school en heeft nog helemaal geen idee hoe het werkt in een kleutergroep. Ze doet van alles wat eigenlijk niet zo hoort en dat zorgt voor een reactie bij de kinderen in haar klas. Gelukkig zorgt juf Krul ervoor dat het weer allemaal goedkomt. Het verhaal is echt hilarisch! Kinderen vinden het maar raar dat een juf niet weet hoe het hoort en alles doet wat zij het liefst ook zouden doen! Als je dit boek niet in je bezit hebt, zou ik hem zeker aanschaffen. Naar aanleiding van dit verhaal kun je het met elkaar hebben over afspraken. Waarom ze belangrijk zijn en welke je nodig hebt om een fijne klas met elkaar te worden.
Groep 3
Heb je een groep 3 en is het een groep die samengesteld is uit meerdere kleutergroepen dan raad ik je aan om heel veel aandacht te besteden aan kennismaking. Help kinderen om elkaar echt beter te leren kennen. Anders heb je in no time sub groepjes en zul je merken dat het geen groep wordt. Daar krijg je op de langere termijn gedoe van.
Combinatiegroepen
Heb je los van groep 3 een samengestelde groep (bijvoorbeeld nieuwe combinatiegroepen) doe dit dan ook. Laat kinderen elkaar leren kennen. Zet ze niet in een rijtje groep 4 en een rijtje groep 5. Dan wordt het geen groep, dan creëer je 2 groepen. Liever meng je ze door elkaar heen zodat ze elkaar echt gaan leren kennen. En mocht je denken: hoe doe ik dat dan met instructie, je kan prima instructie geven aan groep 4 terwijl groep 5 aan het werk is. Natuurlijk kun je ze ook laten verplaatsen, maar dat hoeft echt niet. Probeer het maar uit, het zit vaak meer in je hoofd dat ze bij elkaar moeten zitten dan dat dit echt nodig is.
Dagelijks reflecteren
Reflecteer dagelijks met de kinderen op de missie en op de bouwsteen die centraal staat. Hoe gaat dat? Wat gaat er al goed? Zijn er voorbeelden te noemen van kinderen die dit gedrag hebben laten zien? Zijn er nog tips voor ons? Stel dat een leerling een negatief voorbeeld noemt. Stel dan de vraag? Hoe zouden wij hem of haar kunnen helpen? Hoe doen we dat als een leerling een bepaalde som niet snapt? Focus op samen!
Ik wens je een fijne week toe!
Met een verschillige groet,